Nieuws

Nieuwe wetten en regels hippische ondernemers 2024

Ondernemers krijgen vanaf 1 januari 2024 te maken met nieuwe wetten, wetswijzigingen en regels. Zo komt er een wettelijk minimumloon per uur, zijn plastic bestek en wegwerpservies verboden in de horeca en gaat de nieuwe Omgevingswet in.

Profielfoto van Frederieke Verhaar
1 december 2023 | 6 minuten lezen

Een overzicht van belangrijke wijzigingen voor hippische ondernemers:    

Wijzigingen vanaf 1 januari 2024

  1. Eén plek voor aanvragen vergunning. Voor ondernemers en burgers moet het sneller en makkelijker worden om een vergunning aan te vragen door de nieuwe Omgevingswet. Denk bijvoorbeeld aan een bouw- of kapvergunning. Je doet één aanvraag bij één loket en krijgt één besluit. Ook moet je sneller een besluit kunnen verwachten: binnen 8 in plaats van 26 weken. De wet vervangt 26 bestaande wetten en gaat op 1 januari 2024 in.
     

  2. Opruimen afval rond je bedrijf. Je gemeente kan vanaf 1 januari 2024 bepalen wat je moet doen om de omgeving van je bedrijf schoon te houden. Zo kan je gemeente beter inspelen op lokale problemen met zwerfafval. De regels komen in een omgevingsplan; een onderdeel van de nieuwe Omgevingswet. Voor 2032 moeten gemeenten met nieuwe regels komen. Totdat je gemeente nieuwe regels heeft gemaakt, ben je verplicht zwerfafval in een straal van 25 meter rond je bedrijf op te ruimen. Dat geldt alleen voor afval van producten die je verkoopt. Denk daarbij bijvoorbeeld etensresten en verpakkingen. EDIT 19-12-2023: In 2024 worden er nog geen boetes uitgedeeld bij het gratis aanbieden van plastic wegwerpbekers en –bakjes.

  3. Plastic bestek en wegwerpservies verboden. Horecabedrijven mogen vanaf 1 januari 2024 geen voedsel en drank meer aanbieden in wegwerpbekers, bestek of maaltijdverpakkingen van plastic. Kan je bedrijf niet zonder dat servies, dan kun je een vrijstelling aanvragen. Krijg je toestemming? Dan moet je onder meer 75 tot 90 procent van de verpakkingen inzamelen voor hergebruik.
     

  4. Hoger minimumloon en per uur. Het wettelijk minimumloon per maand verandert naar een minimumloon per uur. Daardoor is het minimumuurloon in 2024 voor alle werknemers gelijk. Dat minimumloon gaat ook omhoog ten opzichte van 2023.

    In 2023 wordt het minimumloon nog per maand berekend. Een werknemer van 21 jaar of ouder die voltijd werkt, heeft recht op een minimumloon van 1.995 euro. Hoeveel uur werk per week voltijd is, is afhankelijk van de CAO: 36,  38 of 40 uur. Een werknemer die voltijd 40 uur per week werkt, krijgt daardoor een lager minimumloon per uur.

    In 2024 is dat minimumloon per uur voor iedereen gelijk. Hoe meer uur een werknemer werkt, hoe hoger het maandloon is. Ook ligt het minimumloon hoger. De loonkosten voor de werkgever nemen daardoor toe.

Verwachte wijzigingen vanaf 1 januari 2024

Voordat een wet ingaat, moeten onder meer de Tweede en Eerste Kamer daarmee instemmen. Ook moet de ingangsdatum bekend zijn gemaakt. Bij onderstaande wetten is het doel dat ze op 1 januari 2024 ingaan, maar zijn nog niet al die stappen doorlopen. Op onze website is meer te lezen zodra meer over een wet bekend is.

  1. Vergoedingen bij bezwaar WOZ en bpm lager. De vergoedingen voor rechtsbijstand en schade bij het bezwaar maken tegen WOZ en bpm worden naar verwachting vanaf 1 januari 2024 lager. Ook betalen je gemeente en de Belastingdienst de proceskostenvergoeding voortaan direct aan burgers of bedrijven in plaats van bezwaarbureaus. Daardoor moeten minder juridische procedures worden opgestart.

     
  2. Accijns op alcohol omhoog. De accijns op bier, wijn en andere alcoholhoudende dranken gaat naar verwachting op 1 januari 2024 omhoog met 16,2 procent. Een krat bier is daardoor 0,50 euro duurder, de prijs voor een fles wijn stijgt gemiddeld met 0,13 euro.

     
  3. Belasting alcoholvrije dranken omhoog. De verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken als frisdranken en vruchtensappen stijgt tot 26,13 euro per 100 liter (hectoliter). Deze verbruiksbelasting geldt naar verwachting vanaf 1 januari 2024 niet meer voor mineraalwater en melk.

     
  4. Onbelaste reiskostenvergoeding stijgt. De onbelaste reisvergoeding gaat naar verwachting op 1 januari 2024 omhoog van 0,21 euro naar 0,23 euro per kilometer. Ben je zzp’er? Dan mag je dat bedrag per kilometer aftrekken van je winst. Je moet dan wel ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting.

    Je mag reiskosten van werknemers belastingvrij vergoeden. Dat geldt voor reiskosten met auto, openbaar vervoer, taxi, boot en vliegtuig. Wil je een hogere reiskostenvergoeding dan 0,23 euro aan je werknemers geven? Dat kan. De verhoging wordt als loon gezien. Je kunt deze onder bepaalde voorwaarden onbelast geven.
     
  5. Minder belasting over geld derdengeldenrekening. Je betaalt naar verwachting vanaf 1 januari 2024 minder belasting over geld dat op een derdengeldenrekening staat. Een derdengeldenrekening wordt nu nog als belegging gezien en daar betaal je 6,17 procent belasting over. Vanaf 2024 wordt dat geld als banktegoed gezien. Daar betaal je minder belasting over: 0,36 procent. 

    Een derdengeldenrekening gebruik je voor de aankoop van bedrijfsmiddelen zoals een machine of bedrijfsauto. Het is een aparte bankrekening waarop geld van anderen (derden) wordt bewaard totdat het aan de juiste persoon wordt uitbetaald.
     

  6. Betalingskorting verdwijnt. De betalingskorting voor de voorlopige aanslag van de inkomstenbelasting verdwijnt. Je krijgt die korting nu nog als je in één keer de voorlopige aanslag betaalt. Het maakt daardoor naar verwachting vanaf 1 januari 2024 niet meer uit of je de voorlopige aanslag inkomstenbelasting in één keer of in termijnen betaalt.
     

  7. MKB-winstvrijstelling daalt. De MKB-winstvrijstelling daalt van 14 procent naar 12,7 procent. De vrijstelling vermindert je belastbare winst na ondernemersaftrek. Door deze maatregel betaal je over 2024 dus meer belasting dan over 2023.
     

  8. Zelfstandigenaftrek omlaag. De zelfstandigenaftrek gaat naar verwachting in 2024 omlaag met 1280 euro. In 2023 is dat nog 5.030 euro. In 2024 gaat de zelfstandigenaftrek omlaag naar 3.750 euro. Je mag dat bedrag van je winst aftrekken waardoor je daar geen belasting over hoeft te betalen. Daardoor betaal je meer belasting.

    De komende jaren daalt de zelfstandigenaftrek verder. Je hebt recht op de zelfstandigenaftrek als je minimaal 1225 uur per jaar in je onderneming werkt.
     

  9. Tarief box 3 sneller omhoog. Het tarief in box 3 van de inkomstenbelasting gaat in 2024 omhoog van 32 naar 34 procent. Daardoor betaal je meer belasting. Dat is een jaar eerder dan voorgesteld. Het tarief in 2024 zou eerst 33 procent zijn. In 2025 blijft het tarief hetzelfde als in 2024: 34 procent.

    Het heffingsvrije vermogen, het deel waarover je geen belasting betaalt, blijft in 2024 57.000 euro. Heb je een fiscale partner? Dan is dat bedrag voor jullie samen 114.000 euro.
     

  10. BOR en DSR alleen voor ondernemingsvermogen. De Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en Doorschuifreling (DSR) worden naar verwachting vanaf 2024 soberder. In de bestaande BOR hoef je minder of geen erfbelasting te betalen. In de doorschuifregeling (DSR) hoef je geen inkomstenbelasting te betalen over de winst die je overhoudt. Die betaalt de volgende eigenaar. 

    Vanaf 2024 mogen deze twee regelingen alleen nog gebruikt worden voor het ondernemingsvermogen en niet meer voor vermogen uit de verhuur van onroerende zaken zoals bedrijfspanden, huizen of akkers. Vanaf 2025 volgen meer wijzigingen.
     

  11. Meer mogelijkheden herinvesteringsreserve. De regels voor de herinvesteringsreserve (HIR) worden naar verwachting vanaf 2024 ruimer. Stop je met een deel van je bedrijf door een maatregel van de overheid, dan kun je de HIR gebruiken. Dankzij de herinvesteringsreserve mag je later belasting betalen als je een bedrijfsmiddel koopt, zoals een machine of voertuig. Je mag de HIR vanaf 2024 ook gebruiken om bijvoorbeeld te investeren in een ander (tweede) bedrijf.
     

  12. Energie-investeringsaftrek lager en verlengd. De energie-investeringsaftrek (EIA) voor ondernemers wordt met 5 jaar verlengd, tot en met 2028. Het percentage dat je mag aftrekken daalt naar verwachting in 2024 wel van 45,5 naar 40 procent. De investering bedraagt minimaal 2.500 euro en maximaal 136 miljoen euro.

    Als je investeert in energiebesparende en duurzame bedrijfsmiddelen, dan kun je in aanmerking komen voor de EIA. Daarmee mag je een percentage van de kosten van je investering aftrekken van de winst. Daardoor betaal je minder belasting.

    Heb je een grote investering in gedachten? Dan kan het verstandig zijn om die nog in 2023 te doen, zodat je profiteert van de aftrek van 45,5 procent van de kosten van de investering.