Stal van Ooijen: "Hard werken en positief blijven"
Bart van Ooijen vertelt alles over het reilen en zeilen van zijn onderneming. De Hippische Ondernemer vroeg hem hoe hij met zijn handelsstal gestart is, hoe hij klanten werft, welke moeilijkheden hij tegen komt en wat zijn ultieme tip is voor andere ondernemers?
Hoe ben je handelaar geworden?
“Van oorsprong heb ik helemaal niks met paarden, maar toen mijn moeder mijn vervelende gedrag tijdens een zomervakantie zat werd, moest ik de boer hierachter maar eens een handje gaan helpen. Daar was altijd wel iets te beleven en dus bleef ik terugkomen om hem te helpen met van alles, ook met de paarden. In eerste instantie zag ik het rijden niet zo zitten, maar uiteindelijk ben ik er toch opgestapt. Deze boer, Ab van de Poll, nam mij overal mee naartoe, ook om nieuwe paarden te kopen. Hij wees me waar op te letten en bij welk type mensen je wel veel lager kon bieden en bij welke je dat juist niet moest doen. Ook mocht ik als vijftienjarige jongen van hem de deals sluiten om een paard voor een bepaald bedrag te kopen. Na het behalen van mijn havodiploma begon ik net serieus met rijden en besloot ik Hippische Bedrijfskunde in Dronten te gaan studeren. Het reizen tussen thuis en Dronten beviel me niet, dus besloot ik een mbo-opleiding in de buurt te gaan volgen. Daarna kon ik bij Egbert Schep aan de slag kon als stalruiter. Na een tussenstapje als meubelverkoper kwam ik daarna bij Mario Everse. Ik zag al die paarden goed verkocht worden en dacht dat ik dat zelf ook moest kunnen. Dat idee kreeg ik niet meer uit mijn hoofd. Ik besloot de stap te wagen en startte met het huren van een aantal boxen op de stal van de familie van der Maat om te kijken of het iets kon worden. Ik kreeg steeds meer klanten en ook steeds meer en betere paarden. Maar om deze goed te kunnen trainen en verkopen, kwam ik af en toe in de knoop met de bedrijvigheid daar. Toen ben ik op zoek gegaan naar mijn eigen plekje, wat ik nu in Groessen heb gevonden. Dat is een enorm goede stap geweest, maar sindsdien heb ik wel alles zelf in de hand.”
Hoe ziet een werkdag van jou eruit?
“Dat varieert, maar ik begin altijd rond een uur of zeven met mesten. De meiden op stal doen daarna de paarden in de molen en helpen mij zodat ik er twee voor de koffie kan rijden. Als ik de hele dag thuis ben dan probeer ik zelf zo veel mogelijk te rijden. Als ik paarden ga kijken dan probeer ik dat altijd in de middag te doen en dan rijden de meiden de rest van de paarden dressuurmatig of worden ze gelongeerd. Ik heb 26 stallen en heb niet alleen een hekel aan lege boxen, maar ook om niet op stal te hebben waar klanten naar op zoek zijn. Ik heb altijd graag iets om aan te bieden en heb deze paarden het liefste zelf op stal, zodat ik precies weet wat ik verkoop. Commissiehandel ligt mij niet zo, omdat je dan altijd uit moet gaan van wat anderen je vertellen en helaas klopt dit niet altijd. Daar kijkt de klant jou uiteindelijk op aan. Ik koop het liefst jonge paarden bij de fokker die net zadelmak zijn. Laat ze daar maar over kistjes met een regenbuis heen springen, dat vind ik mooier dan het scouten op concours. Dan krijg je trouwens ook vaak enorme prijzen naar je hoofd geslingerd. Ik koop liever paarden die nog niemand heeft gezien en die dus ook nog geen verleden hebben op allerlei stallen. Onbeleerd kopen ben ik alleen wel vanaf gestapt, want dan duurt het vaak langer dan je verwacht en heb je de paarden net te lang op stal staan voordat er iets terugkomt. Bij de goede is dit niet erg, maar bij een gewoon paard kan dat vaak niet uit.”
Hoe weten klanten jou te vinden?
“Ik zet regelmatig paarden op de video en plaats deze op Facebook. Daar komen veel mensen op af, ook die ik niet ken. Maar ook collega’s en commissionairs weten mij te vinden voor hun klanten. Een website heb ik wel, maar deze trekt weinig nieuwe mensen aan en die is er meer voor de leuk. Websites als sporthorses gebruikte ik eerder wel, maar daar krijg je veel vragen op terug die eigenlijk al in de advertentie beantwoord worden. Deze klanten kosten over het algemeen veel tijd en leveren minder op dan de handel via een commissionair of betere particulier. Dat is meer mijn ding.”
Hoe ga je met al die veranderende regels rondom btw en I&R om?
“Ik moet zeggen dat ik me daar niet echt mee bezighoud. Ik doe de boekhouding wel zelf, maar deze stuur ik elke maand naar de boekhouder die mij hier vervolgens verder mee helpt. Ik ben zelf vooral bezig met het zo goed mogelijk verhandelen van paarden en weet precies wanneer ik winst of verlies maak. Paarden goed verkopen betekent bij mij trouwens niet; zo duur mogelijk. Ik probeer ze voor realistisch geld te weg te doen, zodat de nieuwe eigenaar er hopelijk ook weer wat aan kan verdienen en nog een keer terugkomt. Mensen moeten blij zijn met de paarden die ze hier aanschaffen en met mij contact op willen nemen als ze weer iets nieuws zoeken. Wat de nieuwe I&R registratie betreft, daar heb ik iemand voor die alle paarden voor mij in het systeem zet. Als ik dat zelf zou moeten doen dan zou ik dat absoluut vergeten.”
Wat is het moeilijkste aan het ondernemen?
“In mijn vak is dat toch wel het gedoe rondom alle verkoopkeuringen. Tegenwoordig is dit echt verschrikkelijk. Je kunt vijf keer een paard verkopen en vijf dierenartsen kunnen dan iets totaal anders vinden. Dat snap ik niet. Als er iets mis is dan is dat te begrijpen, maar dat grijze gebied daar kan ik geen touw aan vastknopen. De apparatuur wordt steeds beter, waardoor dierenartsen ook niet alles kunnen verklaren wat ze zien en gaan twijfelen. Dat is niet bevorderend voor de verkoop en dat zie je bij buitenlandse dierenartsen nog veel erger. Voor die keuringen zouden veel duidelijkere richtlijnen moeten komen wat mij betreft.”
Ultieme tip:
“Je moet gewoon hard werken en niet opgeven. Doorgaan en vooral positief blijven denken. Dat valt lang niet altijd mee bij tegenslagen, maar er zit vanzelf wel weer iets mee. Blijf altijd je best doen en denk niet dat het ondernemen een negen tot vijf baantje is, want daar kom je er niet meer met een eigen bedrijf.”