Praktijkverhaal

HC Velsen: een ‘instituut’ verlegt zijn koers

Marcel en Joséfa Pielanen kochten 34 jaar geleden een manegebedrijf in Velsen-Zuid. Dat werd een succes. Inmiddels zijn ze midden-zestig en midden-vijftig. Dochter Romy (28) loopt warm om het bedrijf over te nemen. In 2019 namen ze het besluit het manegebedrijf af te stoten en verder te gaan als pension-, trainings- en handelsstal. Een opmerkelijke ontwikkeling.

Profielfoto van Demi Uijtewaal
Demi Uijtewaal
9 februari 2021 | 4 minuten lezen

Mijn aanrijroute voert langs de zuidelijke oever van het Noorzeekanaal. Een grote tanker, hoog op het water, kruipt richting IJmuiden en de Noordzee. Een indrukwekkend beeld. Welke koers zal hij nemen? Onze taal kent veel zee- en zeemanstermen en dito begrippen. De ‘link’ is snel gelegd. Wat deed de familie Pielanen besluiten hun koers te verleggen? Met hun succesvolle manegebedrijf te stoppen?

‘Postzegel’

Ik draai het terrein van het Hippisch Centrum Velsen op. Meteen valt de compactheid van het bedrijf op, omzoomd door hoge bomen. Joséfa noemt het tijdens het interview “een postzegel op een prachtig stuk natuurgebied binnen de Randstad”. Daar valt niets op af te dingen want deze locatie is schitterend gelegen tussen de landgoederen Velserbeek en Beeckestijn. Het nabijgelegen recreatiegebied Spaarnwoude en zelfs het strand zijn bereikbaar. Een uniek plekje. Met een buurman, die zijn weiden graag gestoffeerd ziet met de paarden van zijn buren. Een win-winsituatie.

Kantelpunt

De ontvangst is hartelijk. Marcel zorgt voor koffie en vervolgt zijn herfstklus, het dak en de goten ontdoen van bladeren en eikels. Joséfa en Romy voeren het gesprek.

Wat was de reden om het manegebedrijf af te stoten? Joséfa: “Mijn man was al instructeur. In 1982 kochten we dit manegebedrijf. We wilden er een mooi en goed renderend bedrijf van maken. In 1992 werd Romy geboren, in 1994 Nikki. Beiden reden van jongs af pony. Romy voelde zich aangetrokken tot de dressuur, Nikki tot de springsport. We hadden veel jeugdruiters. Ieder weekend was er wat te beleven: wedstrijden, buitenritten en vooral ook feesten, grote feesten. Nikki beleeft veel plezier aan de sport, maar als beroep zag ze het niet zitten. Ze is nu office manager bij een financiële instelling op Schiphol. Romy heeft die keuze wel gemaakt.”

Romy: “Ik heb het gymnasium gedaan en daarna commerciële economie gestudeerd aan de Hogeschool Amsterdam. Toch wilde ik fulltime de paardensector in en op enig moment het bedrijf van mijn ouders voortzetten. Ik ben nu ORUN 4-instructeur wedstrijdsport dressuur. Daarnaast kom ik met mijn paard Adagio uit in de Grand-Prix. Ik denk nu wel klaar te zijn om leiding aan dit bedrijf te geven, zowel sportief als commercieel.”

Joséfa: “We hebben heel lang, met heel veel plezier en grote inzet dit werk gedaan. Paarden zijn onze lust en ons leven. Je bent er 24/7 druk mee. De omgang met de mensen vind ik heerlijk. Mijn man is nu 66 en ons bekroop het gevoel, dat we ook wel eens leuke, andere dingen wilden doen. Tot nu toe is dat (merkt ze lachend op, vdB) bij één fietstochtje gebleven. We hebben twee jaar gebrainstormd over de vraag: hoe gaan we verder? Uiteindelijk hebben we besloten te stoppen met het manegebedrijf en door te gaan als pension-, trainings- en handelsstal. Ook Romy was natuurlijk actief bij dat proces betrokken. We zijn aan het rekenen geweest want er moest natuurlijk wel brood op de plank blijven. Eind augustus 2019 hebben we onze manegeklanten een brief gestuurd, dat we aan het einde van het jaar zouden stoppen.”

Toekomstgericht

Joséfa: “We wilden het bedrijf verder optimaliseren en nog diervriendelijker maken. We maakten verbouwplannen. Waar collegabedrijven door de coronacrisis kwamen stil te liggen, kregen wij daardoor juist gelegenheid onze plannen uit te voeren. Ik hoop voor iedereen dat wij deze bizarre tijd snel achter ons kunnen laten en dat wij met vertrouwen de toekomst tegemoet kunnen.

Onze manegepaarden en pony’s hebben we verkocht; de meeste zijn naar collega-bedrijven gegaan. We hebben onze 55 boxen omgebouwd naar 35 boxen waardoor ze nu veel ruimer zijn. We hebben afscheid genomen van onze medewerkers. Dat was wel moeilijk; er waren erbij die heel trouw aan ons waren en 29 en 23 jaar bij ons gewerkt hebben. Op dit moment zijn alle boxen door pensionklanten bezet en hebben we een wachtlijst. Onze keuze heeft bij de collega-manegehouders wel wat los gemaakt. Een van hen begreep er niets van. ‘Jullie zijn voor ons een instituut’, zei hij. Dat was een mooi compliment. We zijn dankbaar voor de vele mooie jaren, die het manegebedrijf ons gebracht heeft. Die aanwezigheid vertaalt zich nu in de nieuwe opzet met bovendien twee dochters, die hun wedstrijden kunnen rijden. Met nieuwe energie en op een veel rustiger manier gaan we de toekomst tegemoet.”

Inspirerend

Jullie zijn lid van de FNRS. Hoe bevalt dat? Joséfa: “Heel goed. Zoals ze de voorlichting over de coronacrisis hebben aangepakt, daar neem ik m’n petje voor af. Wat ze voor de ondernemers doen is prima. We zijn trouwe bezoekers van de Ondernemerscongressen. Ik vond ze leerzaam, inspirerend en je sprak er je collega’s. Jammer, dat het congres dit jaar door de crisis niet kon doorgaan.” Romy: “We hebben ook deelgenomen aan de activiteiten van Jong FNRS. Je deed er ervaring op en je kon er veel van elkaar leren.”

Sparen

Na het gesprek geeft Romy mij een rondleiding over het terrein. Wat me opviel? Tot in details is alles goed verzorgd en netjes. In de ruime boxen ligt een écht dikke laag stro. Niet alle manegepaarden en pony’s zijn verkocht. Enkele mogen hun laatste jaren slijten op de vertrouwde plek. Romy: “Die hebben zo lang voor ons gewerkt en het geld voor onze boterham verdiend, dat we ze niet konden wegdoen.” Ze wijst me het dak van de binnenmanege aan. “Dat is nog een grote wens, een nieuw dak. Maar daar gaan we eerst maar eens voor sparen.”

Tekst: Andries van den Berg