Stal Groenendaal; paardrijden van F1 tot topniveau
Stal Groenendaal, aan de rand van Amersfoort, is een bloeiend bedrijf waar alles in het teken staat van plezier met paarden. Met 120 paarden, bijna 500 ruiters, 45 pensionklanten, een ruitersportwinkel, dagbesteding en een dierenartspraktijk is er genoeg reuring op het erf. Eigenaar Mark Tolboom is al jaren FNRS-lid en maakt volop gebruik van de ruiteropleiding van de KNHS. Hij vertelt over het binden van zijn ruiters, het teamgevoel in de paardensport en dat plezier altijd bovenaan moet blijven staan.
Mark: “De glimlach van een kind, ze hebben er ooit een liedje over gemaakt, dat is het mooiste wat er is. Daarvoor runnen wij inmiddels al 25 jaar ons bedrijf. Bij ons kunnen klanten het stadse leven even achter zich kunnen laten en zich helemaal onderdompelen in de paardenwereld. Het niveau maakt ons weinig uit, als je er maar plezier in hebt.” Iedereen is welkom op het bedrijf: van de recreatieve ruiter die eens per week lekker wilt rijden tot de ambitieuze sporter.
Alle facetten
De ruiteropleiding van de KNHS speelt een belangrijke rol op het bedrijf. De hoofdrol in de lessen is weggelegd voor dressuur en springen, maar er wordt ook carrousel gereden en er is een voltigeteam. “We proberen alle facetten aan te bieden, zodat iedereen kan proeven van wat de paardensport in zich heeft,” legt Mark uit. In de groepslessen wordt maandelijks een keer gesprongen en wordt er doorlopend veel aandacht besteed aan een correcte houding en zit en een goede rijtechniek.
F-proeven
Eén of twee keer per maand is er een F-proevenmiddag op Stal Groenendaal, waar gemiddeld zo’n 30 ruiters per keer aan meedoen. Mark: “We oefenen de proefjes regelmatig in de lessen, maar we leggen er geen druk op. Daarom vinden we het ook belangrijk dat er een vriendelijke jury zit, die vooral opbouwende kritiek levert en een beetje gevoel heeft bij manegepony’s. Het is voor ons heel belangrijk dat de kinderen er meer plezier dan spanning van hebben en dat lukt op deze manier.”
Sport inspireert
Een jaar of zes geleden merkten Mark en zijn team dat er een aantal jonge manegeruiters waren met talent en ambitie, die vermoedelijk wel eens verder zouden kunnen komen in de sport. Mark: “Mijn dochters Ilse en Anouk rijden op niveau in de springsport en we organiseren hier ook veel KNHS-wedstrijden. Ruiters zien hier dus veel sport voorbij komen en dat maakt sommige van hen nieuwsgierig naar de wedstrijdsport. Toen zijn we op het idee gekomen op een talentenpoule en een talententeam op te richten: twee groepen voor manegeruiters die meer uitdaging willen en op een hoger niveau willen rijden. Op die manier maken manegeruiters kennis met de wedstrijdsport, zonder dat ze daardoor een eigen paard of pony moeten hebben. Wij vinden dat talent aangemoedigd moet worden, óók als je niet de kans hebt om een eigen paard te kopen.”
Talentenselectie
In de talentenpoule (Talenten Poule Groenendaal, afgekort TPG) krijgen ruiters, naast hun reguliere groepsles, een uur extra les in kleinere groepjes. Deze poule is het voortraject voor het Talenten Team Groenendaal (TTG). De ruiters in het talententeam rijden drie keer per week op een vast paard of pony en komen eens per maand uit op een officiële KNHS-wedstrijd in de regio. Mark: “Wij selecteren de ruiters voor de poule en het talententeam in de lessen. Soms zie je een ruiter waarvan je denkt: ‘die zit er wel erg leuk op’. Met die ruiters gaan we dan -samen met de ouders- in gesprek om te kijken of ze zin hebben om er iets mee te gaan doen. Ruiters die zich in de poule goed ontwikkelen en vooruitgang laten zien, worden geselecteerd voor het team.”
Complimenten op concours
Het Talenten Team Groenendaal heeft de beschikking over tien pony’s en paarden. Mark: “Deze dieren hebben vaak al op niveau gelopen of worden door ons opgeleid. Ons jongste ruitertalentje is acht en rijdt mee op het A-pony’tje waar mijn dochter de KNHS-kampioenschappen mee reed in de B.” De ruiters doen leuk mee in de regio: ze rijden mee op niveau B, L en M. Dit jaar had Stal Groenendaal al succes op de Utrechtse kampioenschappen, met twee kampioenen in de B. Mark: “Op concours krijg ik regelmatig opmerkingen over hun nette rijstijl. Eigenaren van springstallen die zeggen: ‘je hebt een paar goede ruiters rondrijden, dat doe je goed.’ Dat is mooi om te horen en het laat zien dat je ook als ‘manege’tje’ heel goed ruiters kan opleiden naar de hogere niveaus. Ruiters die niet alleen leuk meedoen op wedstrijden, maar straks ook paarden kunnen opleiden en op spring- en dressuurstallen kunnen werken. ”
Talent boven laten drijven
Als het aan Mark ligt, komt er meer begrip vanuit de wedstrijdsport naar manegeruiters: “Er wordt wel eens neergekeken op manegeruiters, maar ik vergelijk de kans om als ruiter de top te bereiken te worden wel eens met voetbal. Als je goed kunt voetballen, maakt het niet uit waar je geboren bent. Je hebt alleen een bal nodig om te laten zien wat je kunt, ontdekt te worden en de top te bereiken. In de paardensport moet je meer geholpen worden, met een talentvol paard en goede instructie, om boven te drijven. We willen dat dit voorrecht niet alleen voorbehouden blijft aan kinderen met een eigen paard. Niet alleen voor ons als bedrijf, maar ook omdat dit de ruiters van de toekomst zijn. De mensen die later misschien wel een paard kopen van een fokker of handelsstal.”
Lol in houden
Plezier blijft altijd bovenaan staan, juist ook in het talententeam. Mark: “Met elkaar op concours, het geeft een beetje het ouderwetse verenigingsgevoel. We creëren met elkaar herinneringen die de ruiters zich hopelijk altijd bijblijven.” En ook plezier met paarden blijft bovenaan staan in het team. Mark: “In de wedstrijdsport en jurering zie ik vaak dat het plezier een beetje vergeten wordt. Juryleden nemen zichzelf wel eens te serieus: de kritiek mag vaak wel wat opbouwender. Dat is jammer, ik vind het belangrijk dat we er allemaal een beetje lol in houden.”