Hoe voorkomt u giftige planten in uw weide?

Het weideseizoen is weer in zicht. Een fijn vooruitzicht, maar het kan ook de nodige stress met zich meebrengen. Zo kan de kwaliteit van de bodem slecht zijn of kunnen er giftige planten op de weide groeien. 
Een gezonde paardenweide is essentieel voor het gezond houden van uw paarden.

Vaak ontstaan er na een aantal jaren kale plekken in de weide. Dit kunt u oplossen door de weide opnieuw in te zaaien of door de huidige grasmat door te zaaien. U doet er verstandig aan om voor het inzaaien of doorzaaien van het weiland, graszaden te gebruiken die geschikt zijn voor paardenweides. Dit kan het beste uitgevoerd worden in het voorjaar rond maart/april of in de nazomer rond augustus/september. In deze periode is er voldoende vocht in de bodem aanwezig en zijn de temperaturen vaak het meest geschikt voor graszaad om te ontkiemen. Als u na oktober nog gaat inzaaien loopt u kans op vorstschade. 

Voor het behouden van een goede weide is het advies om niet continue paarden er op te hebben. Het beste is om verschillende stukken weide af te wisselen met begrazing en maaien. Dit heeft een positief effect op de kwaliteit en het behoud van uw weide.
Regelmatig de paardenmest uit de wei te verwijderen is ook aan te raden. Dit natuurlijk in verband met mogelijke wormbesmettingen, maar ook om het weiland in betere conditie te houden.

Bemesten van je weiland, wel of niet doen?

Om een mooie grasmat te krijgen met zo min mogelijk onkruid is het aan te raden het weiland te bemesten. Paardenmest zorgt ervoor dat de bodem zuur wordt en onkruid groeit goed op zure bodems. Om precies te weten wat de bodem van uw weide dan wel nodig heeft kunt u een bodemmonster laten nemen om zo de juiste voedingsstoffen toe te voegen aan uw bodem. 

Bij het goed onderhouden van de weilanden is het ook belangrijk om te controleren op giftige planten. Giftige planten kunnen in de wei groeien, gegeten worden op een buitenrit maar ook vermengd zitten in het ruwvoer. Zo overleden er recentelijk nog vier merries nadat er vingerhoedskruid in hun hooi zat.

Paarden hebben een natuurlijk instinct om giftige planten te vermijden, meestal smaken ze ook niet lekker. In sommige situaties weten ze planten toch niet goed te onderscheiden. Bijvoorbeeld als er niet zoveel gras meer te vinden is, kan een paard giftige planten gaan eten. Als een giftige plant vermalen zit in hooi of kuil is de bittere smaak verdwenen, maar het gif nog wel degelijk aanwezig. Sommige planten verliezen hun giftigheid als het gedroogd is, maar dit gaat niet op voor alle soorten. Hoe gevaarlijk een plant gedroogd is, is afhankelijk van diverse factoren zoals het soort plant, de hoeveelheid giftige stoffen in die plant en hoeveel het paard er vervolgens van opeet. Daarom is het belangrijk om altijd te weten waar uw ruwvoer vandaan komt. Let bij het voeren van ruwvoer dus ook op dat er geen vreemde planten doorheen gemengd zitten. 

Bestrijding

Goed grasbeheer zorgt ervoor dat giftige planten verdwijnen.
Controleer voor het maaien of bijzaaien van de weide of er geen giftige planten in staan. Als er grote hoeveelheden giftige planten in het land staan is het beste om het land volledig om te ploegen en opnieuw in te zaaien. Om te voorkomen dat een paard giftige planten binnenkrijgt, is het verstandig om regelmatig de weide en omgeving te controleren. Sommige planten zijn alleen te bestrijden met chemische bestrijdingsmiddelen, andere planten kunnen beter volledig met wortel uit de grond getrokken of gestoken worden voordat de plant bloeit, zodat de zaadjes zich niet kunnen verspreiden. Het laatst is van toepassing bij bijvoorbeeld Jacobs-kruiskruid. Zorg ervoor dat wandelaars geen planten uit de berm aan de paarden voeren door bijvoorbeeld een bordje te plaatsen.