Veterinaire keuring bij consumentenkoop paarden
Het consumentenkooprecht wordt door paardenhandelaren vaak als uiterst onredelijk gezien en veel te veel op de hand van de consument koper. In dit artikel zet Wibe Reddingius, hippisch advocaat bij FNRS-partner Langelaar Klinkhamer Advocaten kort de juridische kant van het consumentenkooprecht en de rol van de veterinaire keuring uiteen.

Consumentenkoop is een koopovereenkomst tussen een bedrijfsmatige handelende verkoper en een koper, die niet-bedrijfsmatig handelt. Als het verkochte en afgeleverde paard niet beantwoordt aan de tussen verkoper en koper gesloten koopovereenkomst, kan sprake zijn van “non-conformiteit”. Dat kan zijn omdat het paard gebreken vertoont of niet voldoet aan de verwachtingen. Bij “gebreken” kan gedacht worden aan een veterinair probleem, zoals kreupelheid of een stalgebrek. Verreweg de meeste gevallen van non-conformiteit zijn veterinair gerelateerd. Maar ook een springpaard dat is gekocht onder de voorwaarde dat daarmee een 1.60m parcours kan worden gesprongen, terwijl na aflevering blijkt dat het paard nog geen 0,80m hindernis kan springen, kan non-conformiteit inhouden. Dit betekent dat het antwoord op de vraag of het paard aan de overeenkomst beantwoordt, mede afhangt van de aard van de mededelingen die de verkoper over het paard heeft gedaan en dat moet worden gekeken naar de eigenschappen die de koper op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. Er rust op koper overigens wel een onderzoeksplicht, maar die is minder verstrekkend dan vaak wordt gedacht.
Verkoper bewijst voldoen aan koopovereenkomst
Het probleem bij consumentenverkoop van paarden zit hem eigenlijk altijd in de bewijspositie van de verkoper. Indien de non-conformiteit zich binnen twaalf maanden na aflevering van het paard openbaart en tijdig is geklaagd, wordt volgens de wet de non-conformiteit vermoed aanwezig te zijn geweest op het moment van aflevering van het paard. Dat betekent dat de verkoper moet bewijzen dat het paard ten tijde van de aflevering volledig beantwoordde aan de koopovereenkomst. Dat is vaak een onmogelijke bewijsopdracht. Wanneer het gaat om een veterinair probleem zal dus veterinair moeten worden vastgesteld wanneer dat probleem is ontstaan.
In de praktijk betekent het bovenstaande dat in ieder geval binnen twaalf maanden na aflevering van het paard de verkoper nooit zeker weet of nog een beroep zal worden gedaan op bijvoorbeeld ontbinding van de koopovereenkomst op grond van non-conformiteit. Als er een beroep wordt gedaan op non-conformiteit en er wordt tijdig geklaagd (binnen twee maanden) en er is op de juiste wijze in gebreke gesteld, zal de verkoper moeten bewijzen dat de non-conformiteit ten tijde van de aflevering niet aanwezig was.
Verkoper gebaat bij uitgebreide veterinaire keuring
Het is gebruikelijk dat bij de verkoop van paarden de koper in zijn opdracht het paard veterinair laat keuren. Het is ook gebruikelijk dat koper bepaalt hoe uitgebreid die keuring is. Als achteraf sprake blijkt te zijn van non-conformiteit is het aan de verkoper om te bewijzen dat het paard ten tijde van de aflevering deugdelijk was en beantwoordde aan de overeenkomst. Dat betekent dat de bedrijfsmatige verkoper een veel groter belang heeft dan de consument-koper bij een bij voorkeur zeer uitgebreide veterinaire keuring ten tijde van de aflevering van het paard. Hoe uitgebreider die veterinaire keuring is, hoe juridisch sterker de verkoper bij een beroep op non-conformiteit zal staan. Immers, indien een paardendierenarts ten tijde van de aflevering bij een keuring vaststelt dat het paard geen enkele onvolkomenheid had, des te gemakkelijker zal het tegenbewijs te leveren zijn.
Ik kom in mijn hippische advocatenpraktijk vaak veterinaire keuringsrapporten tegen na gebleken non-conformiteit die juridische kwalificaties inhouden, zoals bijvoorbeeld “gebleken is dat het paard aan een vernietigend gebrek lijdt” of “het gebrek rechtvaardigt vernietiging van de koopovereenkomst”. Paardendierenartsen zouden zich beter onthouden van dergelijke juridische kwalificaties. Bovendien zijn die kwalificaties vaak juridisch onjuist. Een beroep op non-conformiteit bij consumentenkoop kan ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigen. Ontbinding heeft naar Nederlands recht geen terugwerkende kracht. Ontbinding heeft als gevolg dat er over en weer verplichtingen ontstaan om de oude situatie te laten herleven. Bij ontbinding van een koopovereenkomst betekent dat dat het paard weer terug moet naar de verkoper en de verkoper de ontvangen kooprijs terug moet betalen aan de koper. Van vernietiging is dan geen sprake.
Vernietiging speelt wel bij wilsgebreken zoals dwaling of bedrog. Mogelijk kan een consument-koper daar ook (subsidiair) een beroep op doen. Koper zou bijvoorbeeld kunnen stellen dat hij heeft gedwaald over de kwaliteiten van het gekochte paard en dat die dwaling is toe te rekenen aan de verkoper. De bewijslast ligt dan echter meestal gewoon bij koper en koper geniet dan niet de bescherming van de omkering van de bewijslast zoals bij non-conformiteit bij consumentenkoop. Een paardendierenarts kan zich echter geen oordeel vormen over (juridische) wilsgebreken zoals dwaling en bedrog aan de zijde van de koper ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst en aan wie die moeten worden toegerekend. Indien wordt vastgesteld dat inderdaad sprake was van dwaling, dan kan de koopovereenkomst worden vernietigd. Vernietiging heeft wel terugwerkende kracht. Dat betekent dat men na vernietiging moet uitgaan van de situatie alsof de koopovereenkomst nooit heeft bestaan en het paard nooit was afgeleverd. Paardendierenartsen zouden hierover beter geen juridische verwachtingen scheppen.
Bewijslast non-conformiteit bij verkoper
Het voert te ver om alle juridische complicaties bij non-conformiteit uiteen te zetten. Belangrijk is dat men zich realiseert als beroepsmatige verkoper van paarden dat bij verkoop aan een consument de bewijslast bij non-conformiteit rust op de verkoper. De verkoper heeft dus het grootste belang bij een zeer uitgebreide veterinaire keuring op het moment van aflevering van het paard, zodat achteraf bewezen kan worden dat het paard op het moment van aflevering beantwoordde aan de koopovereenkomst. 100% Zekerheid biedt dat natuurlijk ook niet. Hoe uitgebreider het onderzoek, hoe meer zekerheid, maar ook hoe kostbaarder.
Daarnaast is het van belang de koopovereenkomst op papier te zetten, zodat op voorhand duidelijk is wat de verwachtingen van de consument-koper zijn en welke kwaliteiten het paard heeft, of juist niet heeft. Met een goede schriftelijke koopovereenkomst staat de bedrijfsmatige verkoper veel sterker, ook wanneer de consument-koper een beroep op dwaling doet.
Juridisch vraagstuk?
Heb je als hippisch ondernemer een juridische vraag? Neem dan contact op met Wibe Reddingius, hippisch advocaat bij FNRS-partner Langelaar Klinkhamer Advocaten. FNRS-leden kunnen kosteloos gebruik maken van een eerstelijns juridische helpdesk via 010 411 4146. Het eerste half uur is gratis.