Zuiver water, vitale paarden
Een paard verliest dagelijks veel vocht, wat aangevuld dient te worden met drinkwater van goede kwaliteit. Goed drinkwater is onder andere noodzakelijk om de vochtbalans op peil te houden, voedingsstoffen te transporteren en de lichaamstemperatuur te regelen. Naast zuiver leidingwater, dat paarden vaak op stal drinken, drinken ze in weilanden meestal bronwater en/of slootwater. Het drinken van bron- en/of slootwater kan risico’s met zich meebrengen. Op zomerse dagen kan de behoefte van water bij paarden oplopen tot meer dan 50 liter per dag. Een goede en regelmatige controle op de kwaliteit van het water is daarom van levensbelang voor de gezondheid van je paard.
De risico’s van sloot- en grondwater
Sloot- en grondwater zijn over het algemeen niet van voldoende kwaliteit om aan paarden te geven. De bron voor het oppompen van grondwater dient dieper te liggen dan 100 meter. Ondiepe bronnen en slootwater kunnen risico’s met zich meebrengen zoals ijzerovermaat, botulisme en blauwalg. Drinkwater voor paarden hoort helder, kleurloos en geurloos te zijn. Dit is zelden het geval.
Slootwater
De grootste gevaren van drinken uit de sloot zitten in het op het oog lijkend schoon water. Slootwater of oppervlaktewater is (in Nederland) zelden schoon genoeg om als drinkwater voor paarden te gebruiken. Slootwater kan natuurlijke vervuiling bevatten zoals afgestorven planten en dik slib op de bodem. De rottingsprocessen van deze vervuiling veroorzaken zwavel. Water met zwavel ruikt naar rotte eieren en kan bij inname zenuwafwijkingen veroorzaken. Een ander risico is botulisme (besmettelijke vorm van voedselvergiftiging). Als er dode vogels of eenden in het water of de sloot liggen, is dit een teken dat het water ongeschikt is als drinkwater. Bij grote sloten is er weinig tot geen overzicht. Tenslotte zijn er nog de zogenaamde blauwalgen. Dit zijn cyanobacteriën die het water een kleur geven, meestal groen. Deze bacteriën produceren toxinen die lever- en nierschade kunnen veroorzaken.
Hoge temperaturen
Als de tempraturen buiten flink oplopen en paarden schoon water het hardst nodig hebben, kunnen blauwalgen massaal de kop opsteken. Vooral stilstaand, voedselrijk water vormt een ideaal milieu voor blauwalgen. Sommige blauwalgen produceren giftige stoffen (toxines) die schadelijk kunnen zijn voor mensen en voor dieren. Blauwalg geeft een groene waas over het water of het water kan groen verkleuren. Tijdens een langdurige warme periode is het risico op blauwalg groter. Het drinken van water waar toxines in zitten, kan leiden tot ernstige leverschade of afwijkingen in het zenuwstelsel. Bij hoge inname kan een dier snel sterven. Snel ingrijpen is dan belangrijk. Via het Veedrinkwater blauwalg-onderzoek kun je laten onderzoeken of in jouw oppervlaktewater een blauwalgsoort aanwezig is die mogelijk giftig kan zijn.
Grondwater
De kwaliteit van grondwater is afhankelijk van de diepte van de bron. Zandgrond houdt, in tegenstelling tot kleigrond, weinig verontreiniging tegen. Klei filtert het vuil uit het water. Sommige grondsoorten kunnen veel ijzer, kalk, arseen of cadmium bevatten. Dit kan een risico zijn voor paarden. Grondwater dat opgepompt wordt uit ondiepe bronnen (<100 meter) kan een overmaat aan ijzer bevatten. Als het water rood tot roodbruin gekleurd is, dan is er zeker sprake van veel ijzer, maar soms zit er al te veel ijzer in het water zonder dat dit direct zichtbaar is. Paarden nemen ijzer efficiënt op in de darmen en stapelt dit in de lever. Uiteindelijk gaat de lever minder werken, wordt het paard ziek (vermageren, sloom, dorre vacht) en kan het zelfs sterven. Drinkwater voor paarden moet bij voorkeur minder dan 0,2 mg/l ijzer bevatten. Meer dan 10 mg/l ijzer in het drinkwater levert een reëel gezondheidsrisico op. Te veel zware metalen zorgt voor een verbindweefseling in de lever. Paarden kunnen, zonder duidelijk acute ziektesymptomen, plotseling sterven. Vergiftiging is dan een mogelijke doodsoorzaak. Deze kan dus ook voorkomen door te veel metalen in het eigen drinkwater. Het is daarom noodzakelijk om je grondwater te laten analyseren voordat je je paarden ervan laat drinken.
Test het drinkwater!
Ondiep bron- en slootwater kunnen risico’s met zich meebrengen. Om deze risico’s te beperken, is het verstandig om het water te testen op geschiktheid. Er kan gekeken worden naar zware metalen, bacteriële verontreiniging en chemische kwaliteit. De kwaliteit van water uit leidingen kan ook aangetast worden door bijvoorbeeld vuil of het materiaal waarvan deze leidingen gemaakt zijn. Het is dus in alle gevallen verstandig om een watermonster te laten inventariseren. Het testen van het drinkwater kan bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD).