Loondoorbetaling zieke werknemer tijdens vakantie
Arbeidsongeschikte werknemers hebben net zoals arbeidsgeschikte werknemers recht op loon en op vakantie. Werkgevers betalen doorgaans werknemers tijdens hun eerste ziekte jaar 100% loon door en tijdens hun tweede ziekte jaar 70% loon door, ook tijdens de vakantie van die zieke werknemer. Klopt dat? FNRS-partner ABAB legt uit hoe dat zit.
Doorbetaling loon
Een werknemer die door ziekte zijn/haar werk niet kan doen (arbeidsongeschikt is), heeft volgens de wet twee jaar lang recht op doorbetaling van (als uitgangspunt) 70% van zijn loon. Bij arbeidsovereenkomst of cao kan worden afgesproken dat de werknemer recht heeft op meer dan die wettelijke 70%. Zo is gebruikelijk dat de werkgever de werknemer tijdens het eerste ziektejaar 100% van het loon doorbetaalt en in het tweede ziektejaar 70%. Waar heeft de werknemer recht op als hij/zij tijdens ziekte vakantie opneemt?
Vakantie opnemen
Een werknemer die vakantie opneemt, heeft volgens de wet tijdens zijn vakantie recht op doorbetaling van zijn loon. Maar wat geldt als een zieke werknemer vakantie opneemt? Mag de werkgever tijdens die vakantie dan ook het ‘lagere’ loon in verband met zijn arbeidsongeschiktheid (bijvoorbeeld de wettelijke 70%) aan de werknemer betalen of moet de werkgever dan het volledige loon betalen? De Rechtbank Overijssel kreeg deze vraag in een zaak voorgelegd en heeft die – met de hulp van het Hof van Justitie van de EU – in haar uitspraak van 19 april 2022 beantwoord.
In die zaak ging het om een ambtenaar, werkzaam bij de Belastingdienst, die langdurig gedeeltelijk arbeidsongeschikt was wegens ziekte. Die ambtenaar kreeg volgens het destijds geldende reglement tijdens zijn eerste ziektejaar zijn volledige loon (‘bezoldiging’) en daarna 70% van zijn loon betaald (over de uren die hij arbeidsgeschikt was, ontving hij zijn volledige loon). Ook tijdens zijn vakantie in zijn tweede ziektejaar kreeg de ambtenaar 70% van zijn loon betaald over de uren die hij arbeidsongeschikt was. Daar was de ambtenaar het niet mee eens. Hij vond dat hij tijdens zijn vakantie zijn volledige loon had moeten ontvangen. De ambtenaar is vervolgens in bezwaar en, nadat dat bezwaar was afgewezen, in beroep gegaan.
Oordeel
Samengevat vroeg de Rechtbank Overijssel, die over de zaak moest oordelen, zich af of werkgever had kunnen volstaan met betaling van slechts 70% van het salaris aan de werknemer tijdens zijn vakantie, gelet op het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon.
De Rechtbank Overijssel heeft hierover een zogenoemde prejudiciële vraag – dat is een vraag over hoe het recht moet worden uitgelegd – aan het Hof van Justitie van de EU gesteld. Dit omdat de Nederlandse vakantiewetgeving is gebaseerd op een Europese richtlijn, de Arbeidstijdenrichtlijn.
Het Hof van Justitie heeft die prejudiciële vraag in zijn uitspraak van 9 december 2021 beantwoord. Het Hof van Justitie heeft kort gezegd geoordeeld dat een werkgever aan een zieke werknemer tijdens diens vakantie zijn volledige loon moet betalen. Volgens het Hof van Justitie hebben zieke werknemers voor wat betreft het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon een vergelijkbare positie als werkende werknemers.
Uitspraak
Op basis van de uitspraak van het Hof van Justitie heeft de Rechtbank Overijssel geoordeeld dat de ‘werkgever’ aan de ambtenaar ten onrechte slechts 70% van zijn loon heeft betaald tijdens zijn vakantie en heeft het beroep van de ambtenaar gegrond verklaard. De Rechtbank heeft verder bepaald dat dat de ‘werkgever’ over die vakantie alsnog het volledige loon aan de ambtenaar moest betalen.
Wil je meer weten over dit onderwerp? FNRS-partner ABAB helpt je graag verder!