Test drinkwater voor paarden
Nederlandse grond bevat van nature veel ijzer. Als water wordt opgepompt met een puls die dieper dan 100 meter gaat, blijkt er nauwelijks risico op een hoog ijzergehalte. Maar als water uit ondiepere lagen wordt gehaald is dat risico veel groter. Water uit een eigen bron of uit de sloot kan daardoor snel te veel ijzer bevatten. Dit kan een risico zijn voor paarden.
Paarden nemen ijzer namelijk heel efficiënt in de darmen op en stapelt dit in de lever. Uiteindelijk gaat de lever minder werken, wordt het paard ziek (vermageren, sloom, dorre vacht) en kan het zelfs sterven. Drinkwater voor paarden moet bij voorkeur minder dan 0,2 mg/l ijzer bevatten. Meer dan 10 mg/l ijzer in het drinkwater levert een reëel gezondheidsrisico op. Teveel zware metalen zorgt voor een verbindweefseling in de lever. Paarden kunnen, zonder duidelijk acute ziektesymptomen, plotseling sterven. Vergiftiging is dan een mogelijke doodsoorzaak. Deze kan dus ook voorkomen door teveel metalen in het eigen drinkwater.
Test drinkwater voor paarden
Het is dus verstandig om drinkwater voor paarden, zeker als dit uit een sloot of eigen bron komt, te testen op kwaliteit en aanwezigheid van zware metalen. Bij de GD is dit mogelijk met het zware metalen-pakket waarin, behalve ijzer ook op arseen, cadmium, chroom, koper, nikkel, lood, ijzer en zink wordt getest.