Auto van de zaak of in privé?
Ondernemers in de hippische wereld rijden over het algemeen een grote auto met een hoge cataloguswaarde. Logisch ook, de auto moet probleemloos een paardentrailer kunnen trekken en voldoende comfort en veiligheid bieden tijdens de vaak lange ritten. Maar wat is de beste keuze: een auto van de zaak of in privé rijden?
Deze vraag wordt regelmatig voorgelegd aan accountantskantoren en belastingadviseurs. En zoals zo vaak is er geen eenduidig antwoord mogelijk, omdat het afhangt van de persoonlijke omstandigheden, voorkeuren en keuzes van de ondernemer. Toch zijn er wel een aantal algemene overwegingen te maken, die ondernemers kunnen helpen bij het maken van de juiste keuze. FNRS-partner ABAB legt uit hoe dit zit.
Hoe zit het met de bijtelling?
Een belangrijk aspect bij de keuze voor een auto van de zaak of in privé is de bijtelling. Hoe zit het ook alweer? Als een ondernemer de auto van de zaak zowel zakelijk als privé gebruikt en er meer dan vijfhonderd privékilometers per jaar mee rijdt, geldt er een forfaitaire bijtelling. Als ondernemer moet u deze optellen bij de bedrijfswinst. Over dit bedrag heft de Belastingdienst inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en een inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet. Bij een hoge cataloguswaarde van de auto loopt dit bedrag flink in de papieren.
Verschillende bijtellingspercentages
Sinds 1 januari 2009 hanteert de Belastingdienst verschillende bijtellingspercentages, afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto en gebaseerd op de oorspronkelijke cataloguswaarde, inclusief bpm en btw. Er is geen onderscheid tussen personenauto’s of bestelauto’s. Meestal bedraagt de bijtelling 22%. Voor auto’s ouder dan vijftien jaar, de zogenaamde youngtimers, vormt de waarde van de auto in het economisch verkeer de basis voor de bijtelling. Het bijtellingspercentage bedraagt dan 35%. Per 1 januari 2019 zijn ook de bijtellingsregels voor elektrische auto’s van de zaak gewijzigd. Elk jaar stijgen deze percentages stapsgewijs. In 2026 verdwijnt hiermee het onderscheid tussen elektrische en conventionele auto’s en geldt voor alle auto’s van de zaak een bijtelling van 22%.
Btw-correctie
Het privégebruik van de auto van de zaak is voor ondernemers een belastbare dienst. Op basis van het werkelijke privégebruik moet er een btw-correctie worden aangegeven. Voor de omzetbelasting valt ook het woon-werkverkeer onder privégebruik (voor de inkomstenbelasting wordt dit wel als zakelijk gebruik bestempeld). Als uit de administratie niet blijkt in hoeverre de auto voor privédoeleinden is gebruikt en welke kosten daaraan zijn toe te rekenen, mag de verschuldigde btw in verband met het privégebruik worden gesteld op 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm) van de betreffende auto.
Bijtelling voorkomen
In bepaalde gevallen is er geen sprake van bijtelling, bijvoorbeeld als de auto vanwege de inrichting niet geschikt is voor privégebruik. Het maakt hierbij niet uit of de auto een grijs kenteken heeft. Een voorbeeld van een auto die ‘naar aard en inrichting’ niet geschikt is voor privégebruik, is een bestel- of serviceauto met slechts één zitplaats voor de bestuurder. Ook vrachtauto’s, autobussen en motoren vallen buiten de regels voor de bijtelling. In alle gevallen is het verstandig om een en ander vooraf af te stemmen met de Belastingdienst.
Sluitende rittenregistratie
Bijtelling voorkomen met een auto van de zaak kan ook door niet meer dan vijfhonderd privékilometers per jaar te rijden. Om dit te bewijzen moet een sluitende rittenregistratie worden bijgehouden, die bovendien is te onderbouwen met onder andere een agenda en bijvoorbeeld garagenota’s. De kilometers voor het woon-werkverkeer gelden daarbij als zakelijke kilometers. Het bijhouden van een sluitende rittenregistratie kan overigens een flinke uitdaging zijn. Zo moeten ook de zogenaamde ‘omrijdkilometers’ worden bijgehouden en aangemerkt als privékilometers. Dit zijn kilometers voor privéaangelegenheden die worden gemaakt tijdens de zakelijke ritten.
Privéauto zakelijk gebruiken
Voor ondernemers met een auto met een hoge cataloguswaarde, kan het interessant zijn om de auto niet zakelijk maar in privé te rijden. Als eerste voordeel betekent dit géén bijtelling. Daarnaast heeft de ondernemer met een privéauto recht op een belastingvrije vergoeding van 21 cent per zakelijke kilometer (vanaf 2024: 22 cent). Dat geldt ook voor woon-werkverkeer. Deze vergoeding is fiscaal aftrekbaar, wat aanzienlijk kan schelen in de te betalen inkomstenbelasting. De zakelijke kilometers en de vergoeding hiervoor moeten wel verantwoord kunnen worden bij de Belastingdienst met een kloppende rittenregistratie.
Ook al is de auto in privé, de btw op de autokosten mag gewoon naar rato worden verrekend. Let op: ondernemers die geen kilometeradministratie bijhouden, betalen aan het eind van het jaar een bedrag aan de Belastingdienst voor het privégebruik van de auto. Dit bedrag is 1,5% van de cataloguswaarde (nieuwprijs) van de auto.
Laat het berekenen
Zakelijk of privé rijden? Een eenduidig advies is niet mogelijk. Over het algemeen lijkt het fiscaal aantrekkelijker om een auto met een hoge cataloguswaarde in privé te hebben. Maar daar staat wel het zorgvuldig bijhouden van een rittenadministratie tegenover. Niet iedereen heeft daar zin in. Voor een onderbouwd advies schakel je het best een adviseur in. Neem voor meer informatie contact op met Johan Verkuylen, relatiemanager en onderdeel van het brancheteam Paardenhouderij van ABAB, via (johan.verkuylen@abab.nl, 06-53544717).