Nieuwe wetten en regels voor ondernemers per 1 juli 2023
Per 1 juli voert de overheid weer een aantal wetswijzigingen door. De wijzigingen die voor hippische ondernemers relevant (kunnen) zijn, hebben we verzameld.
Wettelijk minimumloon omhoog
Het wettelijke minimumloon (WML) wordt per 1 juli 2023 met 3,12% verhoogd. Het minimumloon komt dan uit op € 12,12 per uur. Op 1 januari dit jaar werd er al een extra verhoging doorgevoerd. Het WML steeg toen met 10,15%. Per 1 januari 2024 wordt het WML opnieuw verhoogd op basis van de reguliere indexering. Daarnaast wordt vanaf die datum het wettelijk minimumuurloon afgeleid van een 36-urige werkweek.
Lees meer op de website van Rijksoverheid.
Verbod op plastic wegwerpbekers en -bakjes
Het is je ongetwijfeld niet ontgaan: vanaf 1 juli mag je gasten geen plastic wegwerpbekers en maaltijdverpakkingen meer aanbieden voor eten en drinken onderweg, afhaal en bezorging.
Lees meer op de website van Rijksoverheid.
Nieuw pensioenstelsel
De nieuwe Pensioenwet treedt per 1 juli 2023 in werking. De Wet toekomst pensioenen wordt ingevoerd. Als gevolg hiervan wijzigen er de komende jaren een aantal zaken. Zo zal de huidige pensioenregeling aangepast worden aan de nieuwe wetgeving. Vanaf 1 juli 2023 bouwen uitzendkrachten eerder pensioenkapitaal op, met ook een werkgeverspremie die door het uitzendbureau aan de inlener wordt doorbelast. Vanaf 1 januari 2024 nemen alle werknemers van 18 jaar en ouder verplicht deel aan de pensioenregeling (nu vanaf 21 jaar).
De nieuwe pensioenwet zorgt er ook voor dat het duidelijker en persoonlijker wordt hoeveel pensioen er is opgebouwd. Het pensioen van een deelnemer is voortaan alle premie die namens die deelnemer is betaald, plus het rendement dat dit geld heeft opgeleverd. Wat ook verandert, is dat de premie die werknemers betalen op elke leeftijd ten gunste komt van hun eigen pensioen. In het vorige systeem werd het meeste pensioen opgebouwd aan het einde van de loopbaan en was er een impliciete subsidie van jong naar oud. Een andere baan of werkloosheid had aan het eind van de loopbaan daardoor extra grote gevolgen. De nieuwe wet sluit op deze manier beter aan bij dat mensen tegenwoordig niet meer 40 jaar voor 1 baas werken.
Of je als werkgever actie moet ondernemen ligt aan de situatie van je medewerkers. Wanneer je personeel onder een cao valt dan nemen de vakbonden en werkgeversverenigingen het werk van je over.
De situatie is anders wanneer je personeel niet onder een cao valt en je bent aangesloten bij een pensioenverzekeraar of premiepensioeninstelling. In dit geval dien je contact met deze partij op te nemen om af te spreken hoe de overgang naar het nieuwe systeem eruit ziet. Daarbij kun je denken aan afspraken over wat te doen met het opgebouwde pensioenbedrag of het nabestaandenpensioen. Mocht dit voor jouw bedrijf van toepassing zijn én heeft je bedrijf een OR of personeelsvertegenwoordiging, dan is het in je belang om die laatste mee te nemen in de ontwikkelingen.
Lees meer op de website van Rijksoverheid.
Kortere loondoorbetaling zieke AOW-werknemer
Vanaf 1 juli 2023 verandert de periode van loondoorbetaling voor zieke AOW-werknemers. Ouderen met een AOW-uitkering die in loondienst werken, hebben momenteel nog recht op 13 weken loondoorbetaling. Vanaf 1 juli zal deze loondoorbetaling nog maar zes weken zijn voor nieuwe ziektegevallen. Voor zieke AOW'ers die op 1 juli al in loondienst waren, verandert er niets en blijft de eerdere termijn van dertien weken gelden.
Lees meer op de website van Rijksoverheid.
Visie op re-integratie
Wanneer een werknemer langere tijd ziek is dien je gezamenlijk een visie op te stellen over de re-integratie van het personeelslid. Concreet betekent dit dat je zieke werknemer naar de bedrijfsarts gaat binnen zes weken nadat hij of zij zich ziek heeft gemeld. Binnen twee weken na dat bezoek stel je als werkgever samen met de werknemer een plan van aanpak op. Daarin staat beschreven hoe en hoe vaak jullie contact hebben, hoeveel uur de werknemer weer gaat werken én welke werkzaamheden hij/zij in die tijd gaat uitvoeren. Dit plan van aanpak stel je bij wanneer dat nodig is, bijvoorbeeld wanneer de werknemer weer meer kan gaan werken. Op de website van het UWV staat een handige opzet voor het plan van aanpak.
Mocht je niet voldoen aan deze regels over de re-integratie van je werknemer dan kan het UWV een loonsanctie opleggen. In het geval dat je werknemer na twee jaar nog niet - volledig - kan werken, dan zou normaal gesproken het UWV de WIA-uitkering uitbetalen. Mocht je echter je re-integratietraject niet op orde hebben, dan kan het UWV je verplichten de zieke werknemer zelf door te betalen.
Lees meer op de website van Rijksoverheid.