Vrienden maken voordat je ze nodig hebt
Een van de meest gehoorde argumenten om lid te willen zijn van een brancheorganisatie is belangenbehartiging. Samen kun je immers meer bereiken dan alleen en uitdagingen zijn er genoeg voor onze sector. Maar hoe gaat het opkomen voor belangen van de hippische sector nou in zijn werk? Haike Blaauw, directeur van de FNRS legt uit.
Netwerk op vijf niveaus
“Om te beginnen is het van belang om vrienden te maken voordat je ze nodig hebt. Ik bedoel daarmee dat het lastig is om een netwerk op te bouwen nadat er een probleem is ontstaan, het is handiger en effectiever om dit te doen voordat het probleem ontstaat. Bij de FNRS doen we dit op vijf verschillende niveaus, namelijk op internationaal, nationaal, provinciaal, gemeentelijk en individueel niveau. Internationaal via het European Horse Network en The World Horse Welfare foundation, nationaal via de Sectorraad Paarden, diverse ministeries, het Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS), MKB Nederland en De Nederlandse Associatie (de vereniging voor verenigingen). Daarnaast spreken we regelmatig met de verschillende provincies en gemeenten en helpen we ondernemers op individueel niveau. De onderwerpen waarover we spreken hebben we beschreven in onze position papers, daarin staat wat onze mening is over deze onderwerpen en wat we ermee willen bereiken.
Niet alles leidt tot resultaat
Het is overigens niet zo dat alle lobby-activiteiten direct tot resultaat leiden, was het maar waar! Soms duurt het jaren om iets te bereiken of bereiken we maar een deel van onze doelen, dat is helaas niet te voorkomen. Wij zijn uiteraard niet de enige partij in Nederland met bepaalde wensen, vrijwel iedere branche komt op voor de belangen van haar achterban waardoor de overheden belangen moeten afwegen en dan keuzes maken. Maar het is ook zo dat wanneer je niets van je laat horen je zeker niet meegenomen gaat worden in de besluitvorming. De FNRS heeft ervoor gekozen om het meeste lobbywerk samen met anderen te doen, samen sta je immers sterker. Afhankelijk van het onderwerp kiezen we partijen uit waarmee we samen optrekken. Hoe groter de groep die we vertegenwoordigen, hoe groter de kans op succes. Via de Sectorraad Paarden zitten we met alle relevante partijen aan tafel bij de Rijksoverheid, met name het ministerie van LNV. De POS-partners vertegenwoordigen ruim 6.000 ondernemers en 7,6 miljoen sporters, dat is weer een belangrijke groep voor de minister van VWS. Op provinciaal niveau maken we weer andere coalities van gelijkgestemden om ook daar onze doelen te bereiken.
Een recent voorbeeld van opkomen voor belangen van hippische ondernemers is de petitie waarin we oproepen voor een eerlijk debat over het houden van paarden. Het mooie aan deze petitie is dat alle partijen die aangesloten zijn bij de SRP meedoen en een bijdrage leveren. Op deze manier geven we een stem aan paardenhouders, fokkers, ruiters maar bijvoorbeeld ook hoefsmeden en paardenartsen.
Alle partijen moeten bijdragen
Met de verkiezingen op komst zijn er mogelijkheden om de voor ons belangrijke onderwerpen op de agenda te krijgen bij verschillende partijen. Vooral stikstof en het gebruik van de buitenruimte om te sporten zijn actueel. De volgende stap is dat we ondernemers zoveel mogelijk betrekken op gemeentelijke niveau bij de uitvoering van de sportakkoorden. Als voorzitter van het POS heb ik het Sportakkoord II mogen ondertekenen. Ondernemers zijn daar nadrukkelijk in opgenomen omdat de doelstellingen alleen gehaald kunnen worden wanneer alle partijen een bijdrage leveren. Nu is het zaak om na te denken welke oplossingen we kunnen bedenken om meer mensen aan het sporten te krijgen, ondernemers zijn daar vaak heel creatief is. We hebben samen nog veel te doen maar het start allemaal bij het investeren in het maken van vrienden voordat we ze nodig hebben. Dat zal ook in 2023 onze inzet zijn.”