Fenna Elzinga: “Als ik wat verwacht van mijn personeel, vind ik ook dat daar wat tegenover moet staan.”

“In 2013 had ik mijn eerste stalmedewerkster aangenomen voor twee uurtjes per dag. Sindsdien is het uitgegroeid tot een vast team van drie fulltimers en drie parttimers, die vaak bij ons begonnen zijn als stagiaires. Ik hecht veel waarde aan een goed team, want een hippische onderneming gaat zeven dagen in de week door. Ik praat erg veel met ze over hun toekomst en de ontwikkelingen die ze willen maken. Natuurlijk zijn goede arbeidsomstandigheden en -voorwaarden daarbij een ‘must’. Ze moeten ook hun hypotheek, pensioen en vakantiedagen kunnen opbouwen, daar wil ik voor zorgen.

Waardering niet alleen in salaris

Ik verwacht best wat flexibiliteit in werkuren en dagen van mijn personeel. Als ik wat verwacht van mijn personeel, vind ik ook dat daar wat tegenover staat. Waardering zit niet altijd in het salaris, maar ook dat mensen zich fijn en gewaardeerd voelen. Daarom zorg ik dat mijn personeel echt onderdeel is van het bedrijf en laat ze actief meedenken. Hoe meer je je personeel meeneemt in je bedrijf, hoe meer ze zich verbonden voelen. Iedereen geef je een eigen taak en verantwoordelijkheid, zo werk je aan een gezamenlijk doel.

Niemand moet bij mij alleen maar stallen uitmesten, ik zie dat meer als een deel van de verschillende werkzaamheden. Ik ga echt na wat de kwaliteiten zijn van de persoon en wat hij/zij leuk vindt om te doen, daarop baseer ik de werkzaamheden. Dit zorgt dat de baan interessant en uitdagend blijft. Natuurlijk is het wel belangrijk om het zware werk zo licht mogelijk te maken, zodat je personeel zo min mogelijk belast wordt. Ik zorg dus echt dat ik de goede machines ter beschikking heb. Ook doen we niet aan functionerings- gesprekken, maar aan groeigesprekken.  Dit  proberen we elk kwartaal te doen. Dan kijken we samen naar wat hij/zij geleerd heeft, wat hij/zij leuk vond en waarin hij/ zij nog wil groeien. Soms bied ik ze een opleiding aan. Hierdoor krijgen ze extra motivatie om hard te werken en voelen ze zich onderdeel van het bedrijf. Ik kan in die gesprekken ook aangeven waarin ik vind dat ze nog moeten groeien.

Praten met andere ondernemers

Ik vind het erg belangrijk om met andere ondernemers en sectoren te praten. Daardoor heb ik onder andere deze technieken geleerd:

• We hebben elke dag een dagstart. Dan begin je de dag met een gesprek van vijf minuten met het hele team over de ervaringen van gister en de planning van vandaag. Hierbij moet je ook een smileybord invullen, daar ben ik vorig jaar mee begonnen en ik had het veel eerder moeten inzetten! Bij jouw eigen naam kan je dan een boze/verdrietige, blije of neutrale smiley plaatsen. Je collega’s weten dan je gevoel en kunnen daar beter op inspelen tijdens het werk. Hierdoor vatten ze bepaalde gebeurtenissen anders op omdat ze al van tevoren weten hoe degene zich voelt, ik leerde dit systeem kennen door mijn neef. Hij werkte met dit systeem in zijn mechanisatiebedrijf. Als het zelfs in een mannencultuur werkte, vond ik dat het ook bij ons kon. Hierdoor heb ik het bij ons ook geïntroduceerd.
• Ook maken we gebruik van het Kanban-systeem. Dit is een planningsysteem waarbij het inzichtelijk wordt wat er gedaan moet worden en wanneer. Dit gebruiken we vooral voor de extra taken. Voor veel bedrijven zorgt dit voor overzichtelijkheid. Dit is dus ook in de hippische sector toepasbaar, wat ik eerst niet wist. Voor de dagelijkse/wekelijkse taken gebruiken we Equinem.
• We praten veel met elkaar over wat diegene het leukste vindt, wat het minst leuke en waar diegene veel energie van krijgt. Dat geeft veel informatie. Tijdens de dagelijkse gang van zaken kom je er vaak niet achter wat je personeel het liefst zou willen doen.

Door deze systemen toe te passen is het personeelsbeleid op mijn bedrijf een stuk professioneler geworden. Het is belangrijk dat de hippische sector hierin een slag maakt, dat is namelijk bij sommige bedrijven nog niet goed genoeg op orde. Ik ben zeker een voorstander voor een cao voor de hippische sector.”