Veel zorgen over stikstofplannen in de paardensector
FNRS en LTO vakgroep paardenhouderij organiseerden op 20 juli een webinar ‘Effecten van de stikstofplannen op de paardenhouderij’. In dit webinar zijn Haike Blaauw (directeur FNRS), Marieke Toonders (voorzitter LTO vakgroep paardenhouderij), Rud van Herk (Van Dun Advies) en Mark Heijmans (themacoördinator LTO Nederland) met elkaar in gesprek gegaan over de stikstofplannen en de mogelijke gevolgen op de paardenhouderij. De deelnemers aan het webinar gaven aan veel zorgen te hebben over de stikstofplannen en de mogelijke uitwerkingen voor de eigen situatie.
In een interactieve webinar gingen de vier tafelgasten onder leiding van Esther de Snoo in gesprek over wat er op dit moment speelt in Nederland op het gebied van stikstof. De aangekondigde kabinetsplannen doen ook veel stof opwaaien in de hippische sector. Er is veel onzekerheid en onbegrip over de huidige situatie en de toekomstmogelijkheden van bedrijven. Met het webinar wilde LTO en FNRS zoveel mogelijk paardenhouders informeren over de (mogelijke) gevolgen van de aangekondigde plannen.
Juridische achtergrond
Marieke Toonders is naast voorzitter van LTO vakgroep paardenhouderij werkzaam als advocate bestuursrecht in het agrarische domein. In het webinar lichtte zij toe vanuit welke juridische achtergrond Nederland verplicht is om stappen te ondernemen onder andere op het gebied van stikstof.
In een korte tijdslijn komt het er op neer dat de stikstofproblematiek al speelt sinds begin jaren ’80 met de ‘zure regen’. In Europees verband werden er afspraken gemaakt om de natuur beter te beschermen. Daarbij werden de Vogel- en Habitatrichtlijn vastgesteld. Elke lidstaat wees Natura 2000-gebieden aan en legde vast bij de Europese commissie welke vogels en habitats zij in deze gebieden zouden beschermen.
Wetgeving voor natuurbescherming in Nederland is vastgelegd in de Wet natuurbescherming. Daarnaast kent Nederland sinds 1 juli 2021 de Wet stikstofreductie en natuurverbetering waarin onder andere de stikstofreductie opgaves vastgelegd zijn. In 2025 moet minimaal 40% van het areaal van de stikstofgevoelige natuur in beschermde Natura 2000-gebieden een gezond stikstofniveau hebben; in 2030 minimaal de helft en in 2035 minimaal 74%. Het coalitie-akkoord van de huidige regering laat een versnelling zien in de doelstelling. Hierin staat dat 74% van het areaal al in 2030 onder de KDW moet zitten.
Nationaal Programma Landelijk Gebied
Themacoödinator Mark Heijmans van LTO Nederland presenteerde het stikstofverhaal in een bredere context van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Stikstof is de eerste aanzet, maar het Kabinet komt later met plannen voor de klimaatopgave en waterkwaliteit. Hiervoor heeft het kabinet 24,3 miljard euro beschikbaar gesteld.
In juni 2022 heeft het Rijk de startnotitie van het Nationaal Programma Landelijk Gebied inclusief richtinggevende emissiereductiedoelen stikstof per gebied gedeeld. In oktober 2022 volgt een regionale uitwerking van de doelen voor , water en klimaat. In het voorjaar van 2023 is het Ontwerpprogramma Nationaal Programma Landelijk Gebied beschikbaar. Het streven is om het programma medio 2023 definitief vast te stellen.
Met de eerste stap rondom stikstofreductiedoelen wil het Kabinet richtinggevend zijn richting provincies en belanghebbenden om in de gebieden aan de slag te gaan en een oplossing te vinden voor het stikstofprobleem. Bij de uitwerking van de gebiedsprogramma’s hebben provincies ruimte om af te wijken als men de doelen maar haalt. Daarbij geldt dat de reductieopgave per gebied is en niet per bedrijf. Maar naast deze eerste stap gaan er dus nog aanvullende doelstellingen op klimaat en waterkwaliteit komen. Ook spreekt de overheid over ‘structurende keuzes’: dit zijn keuzes die de overheid nog gaat maken en die een grote ruimtelijk impact hebben: denk aan keuzes voor bv. beekdalen, droge zandgronden of veenweidegebieden.
Veel zorgen
Als directeur van de FNRS kon Haike Blaauw beamen dat er veel zorgen zijn onder paardenhouders over wat de stikstofplannen voor hun bedrijven gaan betekenen. Hij refereert daarbij ook aan praktijkzaken alwaar paardenhouderijen plaats moeten maken voor natuurplannen. Het beeld over veel zorgen wordt bevestigd door de reacties van de kijkers op de vraag hoeveel zorgen men zich maakt over de eigensituatie in relatie tot de stikstofplannen. Daarbij scoort 61% van de kijkers een 7 of hoger op schaal van 1 tot 10. 11% van kijkers geeft zelfs aan zich ernstig zorgen te maken over de eigen situatie.
Het belangrijkste advies
Vanuit Van Dun Advies sloot Rud van Herk aan. Hij ging nader in op wat een paardenhouder op dit moment kan doen en hoe de sector zich hier verder op kan voorbereiden. Het belangrijkste advies: Controleer of de vergunningen die zijn afgegeven op de accommodatie actueel zijn en of er een Natuur beschermingsvergunning is afgegeven. Met een vraag aan de kijkers werd duidelijk dat 25% niet weet of vergunning voor de eigen activiteiten op orde zijn. 24% heeft geen vergunning en 18% denkt wel een vergunning te hebben, maar weet niet precies waarvoor.
Daarnaast is duidelijk dat de afstand tot een Natura 2000-gebied een belangrijke rol speelt. Ligt men in de nabijheid van een gebied, dan is de kans groter dat er een beroep op je gedaan wordt om stikstof te reduceren, dan dat je op grotere afstand zit. Met AERIUS berekeningen kan getoetst worden wat de bijdrage het bedrijf is op Natura 2000-gebieden.
Wat doen LTO en FNRS
FNRS en LTO realiseren zich dat met één webinar niet alles duidelijk kan worden. Ook is er nog veel niet duidelijk en beide partijen blijven de ontwikkelingen volgen en leden daarover informeren. Met het webinar is getracht om informatie te delen. De FNRS gaat met haar leden aan de slag in regionale werkgroepen. Bij LTO volgen leden-uurtjes alwaar meer specifiek naar eigen casussen gekeken kan worden.
In totaal hebben 492 kijkers het webinar live gevolgd. 68% van deze kijkers betrof kijkers met een bedrijf met paarden. Gemiddeld werd het webinar gewaardeerd met een 7.