Paarden waarderen op de balans
Het waarderen van een paard lijkt iets waarmee alleen een accountant zich bezighoudt, maar voor u als hippisch ondernemer is het van groot belang. Het bepaalt uw winst en daarmee bijvoorbeeld ook de financierbaarheid van uw onderneming. Niet iets alleen van uw accountant dus! Een hippische ondernemer kan inschatten dat er een paard op stal veel geld gaat opbrengen. Wanneer komt dat paard met een hogere waarde op de balans? Om deze vraag te beantwoorden, is het nodig om na te gaan wat de geschiedenis van dit paard is, waarom dit paard meer waard is geworden en hoe deze waarde administratief kan of wellicht moet worden verwerkt. Peter van der Veeken van ABAB Accountants en Adviseurs, partner van de FNRS, legt uit.
Balanswaardering
In voorgaande situaties gaat het om een paard dat is aangekocht of zelf is gefokt en vervolgens wordt getraind om het naar een hoger niveau te tillen. Uiteindelijk wordt het paard verkocht voor de sport. Wat er dan veel gebeurt, is dat de trainingskosten en kosten voor levensonderhoud direct als kosten in het resultaat worden opgenomen. De vraag is of dat terecht is. Wij zien vaak dat daardoor de resultaten gedurende een aantal jaren onder druk staan en er een fors resultaat wordt behaald in een jaar dat er een goed paard is verkocht. Zou u de trainingskosten jaarlijks moeten toerekenen aan het betreffende paard? Hoe moet u omgaan met het normale levensonderhoud van het paard (voer, dierenarts, et cetera)? Zijn dit kosten die u direct kunt opnemen in de resultatenrekening of kunt/moet u die bijschrijven op de balans?
De waardering van paarden op de balans is geen eenvoudige zaak. Er bestaan geen specifieke richtlijnen voor het waarderen van paarden in de jaarrekening. Ook zijn er geen (landbouw)normen die aangeven hoe u een paard moet waarderen op de balans. We moeten het dus doen met de algemene richtlijnen en regels in het jaarrekeningenrecht uit het Burgerlijk Wetboek 2 Titel 9. Daarnaast zijn er richtlijnen die worden uitgevaardigd door de Raad voor de Jaarverslaggeving, speciale wet- en regelgeving en fiscale waarderingsregels van toepassing.
Voorraad of bedrijfsmiddel
U moet een paard voor zakelijk gebruik op de balans van de jaarrekening opnemen als dit paard aan het einde van het boekjaar eigendom is van uw onderneming. Het is vervolgens de vraag of een paard als bedrijfsmiddel aangemerkt moet worden of dat er sprake is van voorraad.
Kenmerkend van een bedrijfsmiddel is dat het betreffende paard meer dan één productieproces en doorgaans tenminste één jaar zijn nut afwerpt. Dit in tegenstelling tot voorraden die slechts één productieproces zijn nut afwerpen, namelijk bij verbruik of verkoop. Het belang van het onderscheid tussen bedrijfsmiddel en voorraad ligt in de jaarlijkse afschrijving van bedrijfsmiddelen ten opzichte van de jaarlijkse waardering van voorraden. Ook is het onderscheid van belang bij de bepaling of voor de gerealiseerde boekwinst bij verkoop een herinvesteringsreserve kan worden gevormd.
Of paarden tot de voorraden behoren of tot de bedrijfsmiddelen is afhankelijk van de plaats en functie die ze binnen uw onderneming innemen. In de praktijk zijn er diverse functies die paarden kunnen vervullen. Denk aan fok-, manege-, handels- en sportpaarden. Afhankelijk van de functie wordt een paard als bedrijfsmiddel of voorraad opgenomen op de balans.
Waardering
Het is vervolgens de vraag tegen welke waarde u de betreffende paarden op de balans moet opnemen. Als een paard als bedrijfsmiddel wordt gezien (bijv. bij een fokpaard of manegepaard), dan waardeert u dit paard op basis van de aanschafkosten of productiekosten minus de afschrijvingen rekening houdend met de gebruiksduur en de geschatte restwaarde van het paard. Als een paard als voorraad wordt aangemerkt, gaat u uit van de aanschaf- en/of voortbrengingskosten van het betreffende paard of de op de balansdatum lagere marktwaarde.
Ik probeer de problematiek te schetsen door een voorbeeld te geven van het waarderen van een zelfgefokt veulen op de balans. De kosten van een zelfgefokt veulen in het eerste jaar bestaan uit dekgeld, voer, strooisel, gezondheidszorg, registratie, mestafvoer, bekappen, verzekering, arbeid en energiekosten. Het totaal van deze kosten noemen we de kostprijs. U kunt deze kostprijs exact berekenen, maar dat kost relatief veel tijd. Er zijn normen beschikbaar (Kwin) die behulpzaam kunnen zijn bij het waarderen van veulens.
Er is in eerste instantie nog geen sprake van afschrijvingen. Sterker nog, in de eerste vier tot vijf jaar is vaak de functie van het paard nog onduidelijk en schrijven we elk jaar kosten bij op de waardering van het veulen. Pas als duidelijk is of een paard als bedrijfsmiddel of als voorraad gezien wordt, komen we in een andere situatie terecht. Als er sprake is van een bedrijfsmiddel, dan bepalen we de restwaarde en gaan we afschrijven. Als er sprake is van voorraad is het doel om het paard te verkopen. Er wordt dan (vanaf vijf tot zes jaar) niet meer bijgeschreven op dit paard, tenzij dit paard door training een beter dressuur- of springpaard wordt. De vraag is dan welke kosten op de balans worden opgenomen. Dat is niet eenvoudig te bepalen en mede afhankelijk van de vooruitgang dat een paard boekt. Als u een paard intensief traint en het gaat maar beperkt vooruit, dan kunnen niet alle kosten bijgeschreven worden op de balans. U moet namelijk ook rekening houden met de marktwaarde. Als deze lager ligt dan de kostprijs, dan moet u uitgaan van de lagere marktwaarde.
Kortom, de waardering van paarden op de balans is een complexe aangelegenheid. Ga in overleg met uw accountant om ervoor te zorgen dat de waarde van uw paarden correct op de balans worden opgenomen.
Meer weten?
Wilt u meer weten over de waardering van paarden op de balans? Neem dan contact op met Peter van der Veeken van ABAB Accountants en Adviseurs via telefoonnummer 0416-683138 of mail Peter.
ABAB Accountants en Adviseurs is partner van de FNRS. Speciaal voor FNRS-leden bieden zij een Totaalpakket Paardenhouderij aan. Lees meer.