Nora Tack: de eerste vrouwelijke directeur van een manege
Inmiddels delen we bijna een jaar lang verhalen over de historie van de FNRS en alle aspecten die daarbij horen. Wie absoluut niet kan ontbreken in de geschiedenis van de FNRS, is Eleonora Tack (1916 – 2002). Onder ondernemers gaan er mooie verhalen rond over deze bijzondere verschijning. Met haar kleine postuur, altijd in rij-jas met daaroverheen een jopper en met haar jophurschoenen viel ze menigeen op. Door deze outfit leek ze een Engelse, maar mevrouw Tack werd in 1916 geboren in Batavia. Ondanks dat Tack een opmerkelijk persoon is geweest is de hippische wereld, is het moeilijk om veel informatie over haar te vinden. Dit schijnt te komen doordat ze persoonlijk niet graag in het middelpunt van de aandacht stond. Interviews wilde ze alleen doen als het zou gaan over de paarden en niet over haar zelf. Toch willen we een klein kijkje geven in het leven van Nora Tack, die heel belangrijk is geweest voor de FNRS, Deurne en in het algemeen voor de paardensport.
Hoe het begon…
Dat Nora Tack zoveel zou gaan betekenen voor de paardensector was niet vanzelfsprekend. Haar ouders hadden helemaal niks met paarden. Het was dus niet zo dat ze het met de paplepel ingegoten kreeg. Als klein kind woonde Tack op Midden-Java waar ze op bergpaarden reed. Zo kwam ze met dieren in aanraking. Toen ze in Nederland kwam begon ze in 1928 met rijden bij Hiemstra op de ’s-Gravenhaagsche Manege, waar ze later als directrice aan de slag kon. Na het afronden van haar hbs-b vertrok Tack naar Parijs, omdat dat goed zou zijn voor haar opvoeding. In de praktijk bleek dat ze er vooral goed heeft leren paardrijden en daar in aanraking kwam met de Franse manier van rijden. Vervolgens is ze vertrokken naar Engeland, om daar cursussen te volgen aan de rijschool Captain Hance in Worcestershire. Daar werd ze verder geschoold in de hippische sport. Ook kocht ze toen haar paard Mystery, waar ze later veel mee won. In 1934 kwam Tack terug naar Nederland en stalde bij de ’s-Gravenhaagsche Manege haar paard. Dit was van korte duur, want even later ging ze terug naar Engeland om daar deel te nemen aan verschillende jachten en ze hoopte daar voor veearts te kunnen gaan studeren. Helaas was er geen plaats meer voor Tack en bracht ze haar tijd door op een ‘farm’ in Engeland waar ze de volledige verzorging van Mystery op zich nam. In 1936 kwam ze terug in Nederland om te gaan studeren aan de Universiteit van Utrecht tot veearts. Dit maakte ze niet af door wat er op de ’s-Gravenhaagsche Manege gebeurde.
Manege-directrice
In haar jonge jaren werd Nora Tack als eerste vrouwelijke directeur van een manegebedrijf aangesteld. Dit was heel bijzonder in deze tijd. Het ging om de ’s-Gravenhaagsche Manége, waar ze begon met rijden en al eerder haar paard stalde die, met de komst van de Tweede Wereldoorlog, een zware tijd tegemoet ging. Door de dreiging van de oorlog moest het Nederlandse leger gemobiliseerd worden. Dat zorgde ervoor dat op 28 augustus 1939 elke Hagenaar die paarden in zijn bezit had, met zijn dieren naar het Malieveld moest komen waar ze werden gekeurd voor militaire dienst. De manege verloor hierdoor veel paarden. Eigenaren kregen hier wel een vergoeding voor.
De toenmalige directeur van de ’s-Gravenhaagsche Manége, Hiemstra, overleed op 6 april 1940 door een val met een paard. Na de dood van Hiemstra probeerde zijn vrouw en dochter de manege draaiende te houden, maar dat verliep niet succesvol. Nora Tack was uiteindelijk de redder in nood in deze roerige tijden. Volgens het handelsregister nam zij de manege al op 7 juni 1940 over, maar pas in januari 1943 besloot de burgemeester pas om de manege te verhuren aan Nora Tack. Nederland zat midden in de oorlog en dus werd er weinig aandacht besteed aan het feit dat er een eerste vrouwelijk manegedirecteur aangesteld werd. Echter viel dit wel op, dat bleek uit een artikel van Kate de Ridder. Zij schreef een biografie over Nora Tack: ‘Een vrouw leidt een manege’. Mevrouw Tack viel de Ridder voornamelijk op omdat ze met haar paard Mystery meerdere malen de eerste en tweede plek behaalde bij wedstrijden van de Zuid-Hollandsche Jacht-Vereniging. In de biografie werd Tack omschreven als een energieke amazone, die niet alleen voortreffelijk reed, maar ook voor haar de grootste zorg had. Hierdoor verdween ze na wedstrijden eigenlijk meteen de stallen in om haar paard te verzorgen. Toen Tack de manege overnam zag De Ridder haar kans om toch een artikel over haar te schrijven.
In de tijd van Tack was de manege erg succesvol. In oorlogstijd verhuurde ze rijtuigen toen de manegelessen minder werden. Daarnaast kon zij als vrouwelijk directeur ook lessen geven in dameszit. Het runnen van de manege was echt een wens van Tack die in vervulling ging.
Belangrijk in de geschiedenis van de paardensport
Al die ervaring in de paardensport zorgde ervoor dat Nora Tack niet onopgemerkt bleef. Zo schreef ze verschillende boeken, zoals: Ruiters van morgen (1970), Carrouselfiguren en Dameszadel rijden (1972), Stalapotheek (1974), Verantwoord paardrijden (1980) en en op verzoek van de FNRS schreef ze in 1975 het boek Longeren zonder poespas en monsteren in beeld.
In de jaren vijftig raakte Tack betrokken bij de FNRS. In eerste instantie werd zij bestuurslid en later coördinator van praktijkopleidingen. Omdat ze het daar zo druk mee had was ze genoodzaakt om een andere directeur aan te stellen bij de ’s-Gravenhaagsche Manege, Jan Kok, volontair van Hiemstra en goede vriend van Nora Tack. Echter leidde Jan Kok het bedrijf niet succesvol en kwam Tack zelf terug in 1962. Ze nam het heft weer in eigen handen. Een aantal jaren later, in 1969, werd Hippisch Centrum in Deurne opgericht door Karel Schummelketel en Hub van Doorne. Nora Tack was daar ook een drijvende kracht in en fanatiek docente. Naar aanleiding van al haar werk daar werd er een mooi standbeeld van haar geplaatst op het terrein van Deurne. De lessen die Tack gaf, staan nog veel van onze huidige FNRS-leden bij. Ze gaf op een bijna militaire manier les en ze was echt van de ‘oude stempel’. Hier gaan veel verhalen over rond onder ondernemers. Patrick Mensink vertelde in maart al meer over Deurne en de manier waarop Nora Tack les gaf in die tijd. En ook Peter Strijbosch heeft Nora Tack nog meegemaakt tijdens zijn tijd in Deurne. Zij ondertekende zijn diploma en bood hem een baan aan bij Hippisch Centrum Deurne.
Door al haar werk in de paardensector voor verschillende organisaties werd ze uiteindelijk als consulente paardensport van het ministerie van Landbouw gevraagd. De hippische beroepsopleiding ressorteerde daar toen nog onder. Tot haar pensioen in 1982 beleef ze dit doen. Vanuit haar bestuurdfunctie heeft ze daarna in 1986 zich ook bemoeid met het opzetten van het sterrensysteem van de FNRS. In 1994 stopte mevrouw Tack met haar zakelijke bemoeienis met de 's Gravenhaagsche Manege. op 2 juni 2002 overleed Nora Tack op 86 jarige leeftijd. Ze heeft een hoop betekent voor onze mooie paardensector.