Wilfred Franken: “Laten we met elkaar de krachten blijven bundelen onder de paraplu van de FNRS.”
In het laatste jubileumverhaal spraken we met Floris Brink over zijn tijd bij de FNRS. In die periode kwam Wilfred Franken, nu eigenaar van de Goudse Manege in Gouda, het team versterken als accountmanager, maar later werd hij aangesteld als de eerste FNRS-directeur. Floris en Wilfred hebben veel samengewerkt en er is veel belangrijk werk verzet. Wij spraken met Wilfred over zijn ervaring als eerste directeur bij de FNRS.
In welke periode was je directeur van de FNRS en hoe ben je tot deze aanstelling gekomen?
“In het begin zat ik in het hoofdbestuur van de FNRS. Via het regiobestuur Friesland, Groningen en Drenthe ben ik daarvoor gevraagd door de toenmalige voorzitter John Kraakman. Dat was ook de periode dat de werkorganisatie nog uit twee man bestond, Floris Brink en Jannie van den Brink. Binnen het hoofdbestuur hadden we een plan gemaakt hoe we het Ruiterpaspoort onder de aandacht van de leden gingen brengen. We hadden het er toen over dat iemand het land in moest gaan om ondernemers wakker en enthousiast te maken . Door privéomstandigheden ben ik toentertijd gestopt op mijn manegebedrijf op Vlieland en ben ik uit het bestuur van de FNRS gegaan. Vervolgens ben ik gevraagd om als accountmanager te komen werken bij de FNRS. Dat was in november 2002.
Column geschreven door Wilfred Franken in een Hippische Ondernemer uit 2005
Om de aanvraag van het Ruiterpaspoort te bespoedigen en te vereenvoudigen voor zowel de ondernemer als de ruiter, hebben we deze gekoppeld aan een standaard lesovereenkomst die we aan alle FNRS-leden ter beschikking hebben gesteld. Deze actie heeft ervoor gezorgd dat de aanvragen van het Ruiterpaspoort massaal werden aangevraagd door alle leden. Zakken vol met aanvragen kwamen er toen binnen, dit bracht de grootste verandering voor FNRS de laatste 25 jaar. Het Ruiterpaspoort stond voor samen dingen voor elkaar krijgen en het zorgde ervoor dat de FNRS financieel beter voor stond. We groeiden als FNRS zijnde en uiteindelijk ben ik gevraagd door het bestuur als directeur.“
Wat zijn belangrijke stappen die gerealiseerd zijn in jouw tijd als directeur?
“In deze periode zijn er heel veel zaken aangepakt door de sector waarbij de FNRS zeer nadrukkelijk betrokken geweest is. Een hele belangrijke waar iedereen mee te maken kreeg, was wel het verplicht stellen van de cap voor alle ruiters en dat iedere instructeur gediplomeerd moest zijn.
Daarnaast hebben we nog een heel aantal zaken in gang gezet. Ten eerste wilden we de ruiteropleiding een gezicht geven door het Ruiterpaspoort. Daarbij werden ook de F-proeven ontwikkeld. Die waren niet bedoeld als een echte wedstrijd, maar om te zien hoe ver de ruiters in hun vaardigheden waren. Daarmee hebben we de manegeruiter een eigen platform gegeven en er voor gezorgd dat er in de instructeursopleiding veel meer aandacht kwam voor de ruiter zonder eigen paard/pony.
Ten tweede zijn Sectorraad Paarden (SRP) en de Federatie van Hippische Nederlandse Ondernemers (FNHO) ontstaan in die periode. Daarbij was de FNRS dominant aanwezig. We hebben heel actief de FNHO ondersteund en door zowel het voorzitterschap als het secretariaat door iemand van de FNRS te bemannen. Door deze krachtenbundeling heeft de belangenbehartiging van de hippische sector veel meer handen en voeten gekregen. Dat was echt een grote stap. Op meer vlakken kon je dat terug zien in die periode.
Een artikel uit de Hoefslag in 2003
Daarnaast zijn er natuurlijk wel meer ontwikkelingen geweest die toen belangrijk waren. De inhoudelijke discussie over paardenwelzijn is toen uitvoerig gevoerd. Daar zijn we actief mee aan de gang gegaan.
Ik ben toen veel als woordvoerder van de sector voor het vraagstuk BTW aanwezig geweest in Den Haag. Er was veel onduidelijkheid over welk BTW tarief er moest worden gehanteerd voor welk activiteit binnen de sector. We hebben het toen voor elkaar gekregen dat er een transparante BTW-regeling is gekomen voor de paardensector, waarbij we natuurlijk wel water bij de wijn moesten doen. We hebben het echt beter gemaakt met elkaar.
Artikel uit de FNHO nieuwsbrief in 2004
De FNRS heeft ook veel tijd gestoken in het hele vraagstuk rondom ruimtelijke ordening onder leiding van ons bestuurslid Johan van Groningen. Daar is de handreiking Ruimtelijke Ordening voor de Paardensector ook uit voort gekomen.
De FNRS heeft ook zitting gehad in de vakgroep paard in het MBO onderwijs. In die tijd is het huidige kwalificatiedossier Paard voor het MBO onderwijs vastgesteld.
Het veiligheidscertificaat is ook in deze tijd ontstaan. De FNRS is hier zeer actief bij betrokken geweest en heeft ook vanaf het begin van dit certificaat zitting gehad in het bestuur van Stichting Veilige Paardensport (SVP). De FNRS was ook een van de eerste organisaties die het verplicht stelde voor haar leden. De noodzaak tot het ontwikkelen van het certificaat kwam vooral voort uit de verzekeringsvraagstukken. We moesten laten zien dat we op een veilige manier de paardensport beoefenden. Een onafhankelijk certificaat waarin je in de basis voldoet aan de veiligheidseisen moet hier aan bijdragen.
Artikel uit FNHO nieuwsbrief 2004
Er is ook veel tijd gestoken in de doorontwikkeling van het Ruiter- en Menbewijs. Dat lag toen bij de Stichting Rijvaardigheidsbewijzen Recreatieruiter (SRR), maar de FNRS heeft heel actief gekeken naar een betere vorm die aansloeg bij ruiters. Zo kwam het CBR 1, 2 en 3 en het Menbewijs 1 en 2 tot stand. Naast het organiseren van jury- en instructeursworkshops, waarbij de Nederlandse dressuur- en springtop hun medewerking gaven, hebben we in die tijd de Zitcompetitie ontwikkeld en georganiseerd. De oorsprong hiervan lag in het feit dat een goede zit, los van het paard/pony, het allerbelangrijkste is om op een veilige en plezierige manier paard te rijden voor zowel de ruiter als het paard. De Zitcompetitie is dan ook uitgegroeid tot het platform voor de manegeruiter waarop hij zich landelijk kan meten met andere ruiters op een landelijk evenement als Horse event. Dat heeft allemaal meerwaarde gegeven aan het Ruiterpaspoort.”
Wat zijn je diepte en hoogtepunten geweest?
“Ik zelf heb het zo ervaren dat we samen de FNRS een belangrijke speler in het veld hebben gemaakt. Toen ik bij de FNRS kwam, werkte Floris en Jannie er, en we hebben in die negen jaar dat ik onderdeel mocht zijn van het team er met elkaar voor gezorgd dat de FNRS een organisatie is geworden die ertoe doet. We hebben handen en voeten gegeven aan het gedachtegoed waar we met z’n allen voor staan. Alle componenten die we hierboven hebben genoemd hebben daar aan bijgedragen.
Artikel uit FNHO nieuwsbrief 2004
Het is moeilijk geweest om de eenheid te bewaren. In de periode dat ik vertrok werd het gedachtegoed waar we voor stonden aangevochten. Dat heeft ook schade berokkend aan de eenheid die we zo belangrijk vonden. Iedereen mag zijn eigen mening hebben, maar het is heel belangrijk dat we in een relatief kleine markt eenheid proberen uit te stralen.
Het is nu vijf jaar later en we moeten ongelofelijk waakzaam zijn gaat dat waar we voor staan niet langzaam verdwijnt. De activiteiten spelen zich af op de erven en de ondernemers en verenigingen zijn degene waar het om draait. Die moeten ondersteund worden door de FNRS en de KNHS. Daar maak ik me wel zorgen over nu ik ‘gewoon’ manegehouder ben. Ik vind het echt van belang dat we bij de basis blijven van de Ruiteropleiding en dat ligt bij de manegebedrijven. Daar moet naar gekeken en geluisterd worden.”
Wat zijn leuke herinneringen aan de werkorganisatie in die tijd?
“De FNRS was toen anders georganiseerd. Er was een FNRS-werkorganisatie, FNRS-hoofdbestuur, regiobesturen, die het standpunt van haar regio in de ledenraad vertegenwoordigden, en de diverse commissies . We hadden met z’n allen de passie en bevlogenheid om iets neer te zetten om de manegeruiters te onderwijzen. Zij moesten een platform krijgen dat ze ondersteunt om beter te gaan rijden en de ondernemers kregen handvatten om de ruiters langer aan hun manegebedrijf te binden. De bevlogenheid was gigantisch. Er waren regelmatig discussies, maar uiteindelijk wilden we allemaal hetzelfde: de ruiter moest met meer plezier en veilig paardrijden.”
Wat zijn op korte termijn belangrijke agenda punten voor de FNRS?
“In Nederland rijden zo’n 450.000 mensen regelmatig paard. Hiervan zijn er zo'n 50.000 ruiters die de wedstrijdsport beoefenen. Dan blijven er dus nog zo’n 400.000 ruiters over die de recreatiesport beoefenen. Deze ruiters zullen we nog beter moeten ondersteunen in hun ambitie om dit op een vaardige, veilige en plezierige manier te kunnen doen. Dit is een belangrijke taak voor het ruitersportcentrum van de toekomst die ondersteund dient te worden door de KNHS en FNRS. Het ruitersportcentrum is de plek waar de ruiter zijn vragen stelt en informatie krijgt. We behalen het beste resultaat als we als sector eenheid blijven uitstralen en dat vooral de FNRS zich blijft inzetten voor goede personeelsopleiding, ruiteropleiding en ondernemersklimaat.
Er is in mijn tijd hard gewerkt om het personeelsbeleid in de sector te verbeteren . Ondanks alle inspanningen heeft dat nog niet geleid tot betere leerbedrijven en arbeidsvoorwaarden. In mijn ogen zijn dan ook de ondernemers aan zet om hier meer invulling aan te geven. Ik heb de afgelopen periode gemerkt dat het onderwijs veel behoefte heeft aan een betrokken hippische sector. We zullen bereid moeten zijn om het personeel op te leiden en daar geld aan willen uitgeven. De FNRS speelt daar een leidende rol in. Het is een vak met een grote verantwoordelijkheid en het is veel breder dan alleen de instructeursopleiding. Dat moeten we laten zien.
De uitstraling van de FNRS is nu erg goed en de ontwikkeling van de POS zie ik ook als iets zeer positiefs. Daarbij moet wel de binding met de leden voldoende blijven. Dat gaat om inhoudelijke dingen, zoals het voeren van discussies tijdens bijeenkomsten zodat ondernemers een stem hebben. Zorg ervoor dat die mogelijkheid er is. Daarvoor is het belangrijk dat de ledenraad dichtbij de leden blijft staan.
In de komende jaren moeten we kijken hoe de FNRS nog groter kan worden. Daarnaast moeten we met z’n allen een eenheid uitstralen. Niet alleen met manegebedrijven, maar ook met pensionstallen en IST-stallen. Laten we met elkaar de krachten blijven bundelen onder de paraplu van de FNRS.”