Registreer paard met een paspoort
Alle paarden die na 1 juli 2009 in de EU zijn geboren en 6 maanden of ouder zijn, moeten een paspoort hebben en een chip. Wanneer een paard voor 1 juli 2009 een paardenpaspoort heeft gekregen, maar toen niet is gechipt, hoeft het paard niet alsnog worden gechipt. Wel moet dan in het paspoort een ingetekende schets van het paard aanwezig zijn. Het paardenpaspoort is een identiteitsbewijs voor paarden en geen eigendomsbewijs. Een paspoort is alleen geldig als het is uitgegeven door een erkende paspoort uitgevende instantie. De meeste stamboeken en de KNHS zijn erkende instanties. Een volledige lijst met de erkende paspoort uitgevende instanties vind je hier.
Het paspoort moet altijd bij het paard zijn. Ook als het paard niet bij de eigenaar zelf gestald is. Een kopie van het paspoort wordt niet gezien als een geldig identiteitsbewijs. Een houder van een paard is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van het paspoort en dat dit goed geregeld is. Heb je het paspoort eenmaal ontvangen? Zorg dan dat het up to date blijft. In het paspoort mag je niks wijzigen, maar je moet wel de medische gegevens bijhouden.
Lees hier meer over paardenpaspoorten
Houder van het paard
De houder van het paard is verantwoordelijk voor de identificatie van het paard. Dit is een persoon die verantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken rondom het paard. Dit kan de eigenaar zijn, maar ook, indien zo afgesproken, een huurder, ruiter of andere verantwoordelijke. Dit is doorgaans niet de pensionstalhouder die dagelijks het paard voert en uitmest, maar de persoon die bevoegd is om beslissingen te nemen rondom het paard.
De houder van het paard zorgt ervoor dat de gegevens van het paard aangeleverd worden bij een van de 34 Nederlandse paspoortuitgevende instanties (PPI). Het paard hoeft hierbij niet op naam van de houder of eigenaar te staan. Een buitenlands paard moet binnen 30 dagen na import geregistreerd worden. Indien de houder van het paard de aanvraag niet zelf via RVO indient, dan kan dat ook via de paspoortuitgevende instantie. Indien het buitenlandse paspoort de juiste gegevens bevat hoeft er geen nieuw paspoort te worden aangevraagd.
Voor een pasgeboren veulen geldt een vastgestelde termijn van aanvragen binnen zes maanden na geboorte. De houder van het paard ontvangt een Nederlands identificatiedocument (paspoort) waarin het chipnummer, de unieke code per paard, vermeld staat. De paspoortuitgevende instantie moet binnen een vastgestelde termijn van drie maanden het identificatiedocument uitgeven. Dit betekent dat het paard binnen een termijn van negen maanden na geboorte over een identificatiedocument moet beschikken.
Registreer paard op locatie
Vanaf 21 april 2021 moeten alle paarden in Nederland gehouden verplicht geregistreerd worden op de locatie waar zij gehouden worden. De nieuwe registratieplicht staat in de Europese Diergezondheidsverordening. Voor geiten, schapen en varkens geldt dit al langer. De registratie van paarden is belangrijk om snel te kunnen handelen bij een dierziekte, of bij problemen voor de volksgezondheid. De nieuwe registratieplicht staat in de Europese Diergezondheidsverordening. Deze verordening gaat voor alle 27 lidstaten van de Europese Unie gelden. Dit betekent dat in al deze landen precies dezelfde regels gelden rondom de I&R van dieren. Dit geheel treedt in werking op 21 april 2021.
Paarden moeten geregistreerd worden zodat inzichtelijk is waar paarden staan of waar ze gestaan hebben. Dat is belangrijk om snel te kunnen handelen bij een uitbraak van een dierziekte. Dit is de verantwoordelijkheid van de houder van de locatie waar paard(en) gestald staan.
Houder van de locatie
De houder van de locatie is verantwoordelijk voor het registreren van de paarden op zijn/haar locatie in een centrale, door RVO beheerde, database. In veel gevallen is dit de eigenaar of bedrijfsleider van de locatie, maar dit kan ook een pachter of huurder van een locatie zijn. De locatiehouder zorgt voor registratie bij RVO van zijn/haar locatie waar paarden worden gehouden door het aanvragen van een Uniek Bedrijfsnummer (UBN) of het uitbreiden van een al bestaand UBN nummer met paardachtigen. Dit geldt voor alle locaties waar paarden langer dan 30 dagen worden gehouden. Dit geldt dus niet alleen voor bedrijven, maar ook voor particuliere locaties en weilanden, ongeacht de eigendomsvorm. Een locatie heeft een eigen adres en toegangsweg of is een stuk grond waarop een paard kan lopen. Een locatie heeft maar één UBN-nummer. Wanneer er dus een deel van een locatie verhuurd wordt, moeten er goede afspraken gemaakt worden wie het UBN-nummer aanvraagt. Er kunnen wel meerdere locaties op een UBN-nummer geregistreerd worden. Dit kan bijvoorbeeld wanneer er op meerdere percelen paarden worden gehouden. Het is echter raadzaam voor bedrijven met meerdere vestigingen om voor elke locatie een eigen UBN-nummer aan te vragen. Indien de locatie, bijvoorbeeld een weiland, geen eigen adres heeft dan kan je een situatieschets naar RVO sturen voor de locatiebepaling.
De houder van de locatie zorgt er vervolgens voor dat de paarden op zijn locatie op zijn UBN-nummer geregistreerd worden. De locatiehouder mag dit uitbesteden aan bijvoorbeeld een medewerker, maar de locatiehouder blijft wel verantwoordelijk voor de juiste registratie. Voor de registratie heeft de locatiehouder de unieke codes (chipnummers) van alle paarden nodig die langer dan 30 dagen op de locatie verblijven. Het identificatiedocument (paspoort) van paarden moet altijd op de locatie van het paard aanwezig zijn. Een locatiehouder moet altijd direct toegang hebben tot de paspoort(en) op zijn/haar locatie.
Paarden die langer dan 30 dagen de locatie verlaten moeten via RVO afgemeld worden op het UBN-nummer van de vertrekkende locatie en aangemeld worden op de nieuwe locatie. De locatiehouders van beide locaties zijn hier zelf verantwoordelijk voor. Een paard wordt niet automatisch afgemeld zodra deze op een andere locatie wordt aangemeld. Een paard dat overlijdt moet ook op de betreffende locatie worden afgemeld. Weet een locatiehouder door bijvoorbeeld een conflict niet waar het paard heengaat? Noteer dan dat de bestemmingslocatie niet bekend is en vermeld de houder van het paard
Er geldt een uitzondering voor paarden die voor fokkerijdoeleinden verplaatst worden. Hun verplaatsing hoeft pas na 90 dagen bij RVO aangepast te worden.
Locaties waar paarden bijeengebracht, zoals een evenemententerrein voor een wedstrijd of keuring hebben ook een UBN-nummer nodig. Voor een vakantiewoning met paardenstalling waar meerdere dagen per jaar paarden worden gehouden is het verstandig een UBN-nummer aan te vragen.
De houder van een locatie moet naast de registratie bij RVO ook een lokale administratie bijhouden van paarden die tijdelijk aan- of afwezig zijn. Dit kan middels een eigen gekozen softwareprogramma of in een map of schrift op de locatie zelf. In deze lokale administratie moeten verplaatsingen geregistreerd worden van paarden die langer dan 24 uur de locatie verlaten. Hiervoor moet het chipnummer, locatie van herkomst of bestemming (UBN) en datum van verplaatsing vermeld worden. Het UBN-nummer van een andere locatie is via RVO te vinden indien u de adresgegevens (postcode, huisnummer) invult. Een buitenrit of eendaags concours hoeven dus niet vermeld te worden in de lokale administratie. De lokale administratie moet minimaal drie jaar bewaard worden.
Lees hier meer over identificatie en registratie
Aan de slag met I&R
Een UBN-nummer kan nu al aangevraagd worden. Kijk hiervoor op de website van RVO. RVO heeft een handleiding beschikbaar waarin wordt uitgelegd hoe u een dierlocatie UBN paardachtigen aanvraagt. Maak als locatiehouder inzichtelijk welke extra locaties of percelen je gebruikt om paarden te houden. Overleg met (ver)huurders of er al een UBN-nummer beschikbaar is en wie er anders verantwoordelijk is voor het aanvragen van het UBN-nummer op de locatie(s). Indien je al schapen of geiten houdt, heb je al een UBN-nummer. Je kan dan op datzelfde UBN-nummer aanvinken dat je paardachtigen op jouw locatie (UBN) houdt.
Handhaving
Het is belangrijk te benadrukken dat de locatiehouder uiteindelijk verantwoordelijk is voor de juiste registratie van de paarden op zijn/haar locatie. Heb je bijvoorbeeld een pension-, trainings- of opfokstal en veel paarden van andere mensen op jouw locatie? Zorg er dan voor dat je jouw klanten tijdig informeert over deze regelgeving. Zonder de juiste registratie (identificatie) van de paarden (door de paardenhouder) kan een locatiehouder de administratie op zijn/haar UBN-nummer niet in orde maken.
Informeer je klanten
Bent je houder van een locatie, bijvoorbeeld als eigenaar of bedrijfsleider van een pension-, trainings- of opfokstal? Dan heb je hoogstwaarschijnlijk paarden van anderen op jouw bedrijf gestald staan. Het is dan belangrijk dat jouw klanten goed geïnformeerd zijn over de juiste registratie van hun paard. Welke verantwoordelijkheden brengt dit voor de houder van het paard, maar ook de houder van de locatie met zich mee? FNRS en KNHS stellen communicatiemiddelen beschikbaar voor FNRS-leden en KNHS-sportaanbieders om hun klanten en leden te informeren over de wijzigingen rondom de identificatie en registratie van paarden.
Poster: om jouw klanten kort en bondig te informeren over de verantwoordelijkheden.
Voorbeeldbrief: waarin uitgelegd wordt wat van de klant verwacht wordt en wat je als stalhouder regelt voor de juiste registratie.
Deze documenten zijn gratis te downloaden voor FNRS-leden via de pagina Identificatie en Registratie. Je kan deze documenten zelf (laten) afdrukken. De posters zijn voor FNRS-leden ook te bestellen via dit formulier Dit kost 14 euro (incl. btw en verzendkosten), je ontvangt dan 2 posters op groot formaat.